CE economie oefenen

• Basisbehoeften / primaire behoeften


  Onderdak, kleding, eten en drinken, medicijnen
• Overige behoeften / secundaire behoeften


  Alles wat niet hoort bij basisbehoeften, maken het leven aangenamer
• Gebruiksgoederen


  Duurzame consumptiegoederen, die je langere tijd en meerdere keren kunt gebruiken
• Verbruiksgoederen


  Goederen die na een paar keer gebruik, opraken
• Vrije goederen


  Goederen die vrij beschikbaar zijn, waar je niet voor hoeft te betalen
• Schaarse goederen


  Goederen waarvoor productiemiddelen zijn opgeofferd om het product te maken
• Middelen


  Tijd, geld en bezittingen, die je nodig hebt om in je behoeften te kunnen voorzien
• Prioriteiten stellen


  Vaststellen wat het belangrijkste is van de dingen die je wilt doen, zodat je een goede keuze kan maken
• Consumeren


  Het in je behoeften kunnen voorzien door goederen / diensten te kopen
• Manieren van consumeren


  • Zelfvoorziening
  • Kopen
  • Gebruik van een collectieve voorziening
  • Gebruik van natuur
• Functies van geld


  • Ruilmiddel
  • Rekenmiddel
  • Spaarmiddel
• Directe ruil


  Ruilen van goederen / diensten tegen andere goederen / diensten
• Indirecte ruil


  Ruilen van goederen / diensten tegen geld
• Chartaal geld


  Alle euromunten en bankbiljetten die consumenten en bedrijven bezitten
• Giraal geld


  Direct opvraagbare banktegoeden, geld op je betaalrekening
• Geldgebruik


  Vergemakkelijkt de ruil, omdat een waarde wordt toegekend aan producten en werk
• Verschillende vormen van inkomen

  • Inkomen uit arbeid
  • Inkomen uit bezit
  • Inkomen uit overdrachten / overdrachtsinkomen

  
• Inkomensverschillen ontstaan door leeftijd, werkervaring, opleiding, functie
• Personele inkomensverdeling / Lorenzcurve


  De verdeling van het totale inkomen in een land over de inwoners

  
• Nationaal inkomen


  De optelsom van alle inkomens uit arbeid en bezit, zoals loon, rente, winst, huur en pacht

  
• Inkomen per hoofd van de bevolking


  Het gemiddeld inkomen per inwoner van een land
• Als de vraag groter is dan het aanbod


  Zal de prijs stijgen
• Als het aanbod groter is dan vraag


  Zal de prijs dalen
• Invloed van kopers op de omvang en aard van de productie

  Verschilt per doelgroep, afhankelijk van grootte van de groep, koopkracht, bestedingen
• Invloed van jonge kopers op de omvang en aard van de productie

  Zij hebben veel invloed, hebben veel geld vrij te besteden, beïnvloeden bestedingen thuis, zijn aantrekkelijke doelgroep voor de toekomst
• Factoren die consumentengedrag beïnvloeden

  • Vrienden, kennissen en familie
  • Geslacht
  • Inkomen
  • Leeftijd
  • Trends / rages
  • Reclame
• Hulp voor bij het kiezen van een product

  Consumenten kunnen vergelijkend warenonderzoeken bekijken, kijken naar keurmerken of labels, advies vragen bij consumentenorganisatie
• Marketing


  Alles wat een bedrijf doet om producten en diensten zo goed mogelijk te verkopen
• Marketinginstrumenten, de 6 P's

  • Productbeleid
  • Prijsbeleid
  • Plaatsbeleid
  • Promotiebeleid
  • Personeelsbeleid
  • Presentatiebeleid
• Marketinginstrumenten, de 6 P's

  • Productbeleid
  • Prijsbeleid
  • Plaatsbeleid
  • Promotiebeleid
  • Personeelsbeleid
  • Presentatiebeleid
• Productbeleid

  Welke producten zitten in het assortiment? Hoe zien ze eruit? Welke soorten en smaken brengt het bedrijf op de markt? Gaat het om een A-merk, B-merk of huismerk? Het moet een aantrekkelijk product zijn die mensen graag willen
• Prijsbeleid


  Welke prijs heeft het product? Welke prijs vragen de concurrenten voor het product? Kortingen / aanbiedingen
• Plaatsbeleid


  Waar is het product te koop? Is dat een logische plek? Bijvoorbeeld: winkelcentrum of naast de snelweg
• Promotiebeleid


  Hoe brengt een bedrijf het product onder de aandacht van de klant? Voorbeelden: plaatsen van advertenties, reclames
• Personeelsbeleid


  Hoe gaan de werknemers van het bedrijf om met klanten? Geven ze ook deskundig advies? Dragen ze bedrijfskleding? Voorbeelden: klantenservice, bedrijfskleding
• Presentatiebeleid


  Hoe is het product in de winkel te zien? Tussen andere producten in een rek? Bij de kassa, om de consumenten het product te laten proberen? In de etalage? Voorbeelden: etalage inrichting voor kerst, de producten staan op ooghoogte
• Technologische ontwikkelingen = de techniek blijft zich ontwikkelen, zich verbeteren
• Een voorbeeld is e-commerce, promotie en verkoop via internet. Door technologische ontwikkelingen worden producten sneller oud omdat er steeds nieuwe producten uitkomen
• Soorten reclames


  • Commerciële reclame
  • Ideële reclame
• Commerciële reclame


  Het doel is om mensen te verleiden tot een aankoop. Mensen je product laten kopen