thema 5 les 17

• de vrouwelijke voortplantingscellen?

  De eicellen
• De eicellen kunnen niet bewegen
• In de eicel bevindt zich een kern met het erfelijk materiaalomgeven door eicelplasma
• De eicel is omgeven door een gelatineuze laag , het bevruchtingsmembraan
• vul aan

  A) eicelplasma

  B) kern met erfelijk materiaal

  C) bevruchtingsmembraan

  
• vul aan

  A) eirerstok

  B) eileider

  C) eitrechter

  D) baarmoeder

  E) baarmoederhals

  F) vagina

  
• vul aan

  A) kleine schaamlippen

  B) groote schaamlippen

  C) geslachtsopening

  D) clitoris

  
• Eierstokken

  •2 eierstokken, links en rechts in buikholte

  •alle eicellen van de geboorte aanwezig in eierstokken

  •o.i.v. oestrogeen (vrouwelijk geslachtshormoon) rijpt er elke maand een eicel

  
• eitrechter

  •rijpe eicel -] eierstok = eisprong of ovulatie

  •rijpe eicel wordt opgevangen -] eitrechter (verbrede uiteinde eileider)

  
• Eileider

  •eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder

  
• baarmoeder

  •versmalt onderaan = baarmoederhals•binnenin bedekt met baarmoederslijmvlies

  •eicel is bevrucht -] na 3 – 5 dagen in de baarmoeder

  •eicel niet bevrucht -] 24 u na eisprong lost de eicel vanzelf op

  •peervormige, holle spier

  
• Vagina

  verbinding tussen de baarmoeder en de geslachtsopening

  
• 2 kleine schaamlippen }beschermen geslachtsopening

  3 grote schaamlippen }beschermen geslachtsopening

  4  geslachtsopening

  1 clitoris = gevoelig orgaan