Farmacologie diabetes

Cards (49)

  • Elke 6 seconden sterft iemand van diabetes
  • Classificatie van diabetes
    • Type 1 diabetes
    • Type 2 diabetes
    • 'Andere' specifieke types diabetes (secundaire diabetes)
    • Zwangerschapsdiabetes
  • A1C
    Geglycolyseerde hemoglobine, inschatting hoeveelheid plasmaglucose over periode van 3 maanden
  • Symptomen van T1DM
    • Polyurie
    • Polydipsie
    • Dehydratatie
    • Gewichtsverlies
    • Soms, indien ernstig ketoacidosis
  • Symptomen van T2DM
    • Vaak lang onopgemerkt
    • Diagnose bij toevallige bloedname of arbeidsgeneeskundige urinescreening
    • Diagnose bij klachten door de micro- en macrovasculaire complicaties
    • Herhaalde urineweginfecties, pruritus vulvae, balanitis, intertrigo, wazig zicht, paresthesie, wonden die moeilijk of niet genezen
  • T1DM
    • Keto-acidose gevoelig
    • Insuline behandeling is nodig
    • Niet-obees
    • Start meestal < 40 jaar
    • HLADR3 & 4
    • Betacel antilichamen
    • Familiehistoriek in 10 %
  • T2DM
    • Niet-ketoacidose gevoelig
    • Insuline behandeling is vaak optioneel
    • Hoog % (80%) is obees, maar ook patiënten zonder obesitas
    • Start meestal > 50 jaar
    • HLA ongerelateerd
    • Geen betacel antilichamen
    • Familiehistoriek in 30-40%
  • Wie screenen voor T2DM?
    • Iedereen > 45 jaar : bij normale resultaten herhalen om de 3 jaar
    • Iedereen met prediabetes : jaarlijks testen
    • Kinderen met gewicht > 85ste percentiel en 2 of meer risicofactoren
    • Elke volwassenen met BMI25 kg/m2 en een bijkomende risicofactor
    • vrouwen met ZWD : minstens om de 3 jaar
    • mensen met HIV
  • Diabetes - complicaties
    • Microvasculaire complicaties : retinopathie, nefropathie
    • Macrovasculaire complicaties : risico op coronair ischemisch hartlijden/myocardinfarct/cerebrovasculair acciden & ischemie onderste ledematen
    • Neuropathie
  • Langdurige hyperglykemie vergroot het risico voor de ontwikkeling van microvasculaire complicaties
  • Vasculopathie en neuropathie liggen aan de basis van diabetische voetulcera
  • Geneesmiddelen
    • Insuline
    • Metformine
    • Sulfonylurea en gliniden
    • DPP-4-remmers
    • Incretinemimetica
    • Gliflozinen
    • Glitazonen
    • Glucagon
  • Insuline : effect van receptoractivatie

    insuline bindt op tyrosine kinase receptor --> fosforylatie van insuline receptor substraten --> second messenger pathways --> GLUT4 in membraan gebracht --> glucose kan cel binnenkomen
  • Glucosetransporters
    • GLUT4 in vetcel en skeletspier
    • GLUT2 in lever
  • Effecten van insuline op
    • Koolhydraten
    • Vet
    • Eiwit metabolisme
  • Insuline - Toepassing
    • Diabetes mellitus type 1
    • Diabetes mellitus type 2 : indien onvoldoende reactie op orale middelen, bij zwangerschap, bij ernstige infecties, bij stresstoestanden & bij nier-of leverfunctiestoornissen
    • Bij keto-acidotisch coma
  • Insuline glargine (Lantus®)
    • sc inspuiten --> neutralisatie --> trage resorptie --> geen concentratiepiek
    • sc 1x per dag op zelfde tijdstip
  • Insuline regimes
    • Patiënten op multiple-dose insuline therapie of insulinepomp moeten glucosespiegel bepalen (SMBG) : voor maaltijden en snacks, bij bedtijd, voor inspanningen en bij vermoeden van hypoglykemie
  • Insuline - bijwerkingen
    • Hypoglycemie
    • Gewichtstoename
    • Hoge nuchtere bloedglucosewaarden 's morgens
    • Lokale allergische reacties
    • Lokale lipodystrofie
  • Metformine
    Glucoseproductie daalt en perifere glucoseopname stijgt
    • lever : binnen via OCT-1 --> gluconeogenese daalt
    • skeletspiercel : meer insuline receptor --> GLUT-4 stijgt
    • GI : enterocyt --> meer anabool glucose metabolisme
  • Metformine - Toepassing
    • Als initiële therapie bij de meeste patiënten met type 2-diabetes
    • Gewichtsdaling , TG daling , HDL stijging
    • Cardiovasculaire morbiditeit en globale mortaliteit daalt bij obese diabetes type 2 patiënten
  • Metformine - Ongewenste effecten
    • Misselijkheid, diarree, buikpijn
    • Inname tijdens maaltijd --> betere GI tolerantie
    • Kan geen hypoglycemie veroorzaken
  • Metformine - Melkzuuracidose
    Zeer zeldzaam (3/100000 patiëntjaren) ook bij hartfalen, maar dikwijls (30-50 %) fataal
    Vooral bij
    • hoge doses
    • ouderen
    • nierinsufficiëntie
    • leverinsufficiëntie
    • toestand van hypoxie
  • Metformine - Contra-indicaties
    • Zwangerschap en borstvoeding
    • Bij alcoholici
    • Tijdens ernstige infecties
    • 24 u stoppen vóór chirurgische ingreep of medische beeldvorming met contrastmiddel
    • Bij ernstige cardiale, hepatische of renale insufficiëntie
  • Behandeling melkzuuracidose
    Geactiveerde kool en onmiddellijk hemodialyse
  • Metformine vermindert duidelijk de macrovasculaire complicaties volgens de UKPDS-studie
  • Werking sulfonylurea en gliniden
    werken in op pancreas --> blokkeren ATP afhankelijke K kanalen --> opening Ca kanalen --> exocytose insuline
  • Sulfonylurea - nevenwerkingen
    • Gewichtstoename
    • Ernstig risico op hypoglykemie (vooral bij ouderen)
  • Gliniden
    • Sneller effect, kortere werkingsduur dan sulfonylurea
    • Insulinesecretie is maaltijdgerelateerd
    • Betere controle van de postprandiale hyperglykemie
    • Zonder het risico van hypoglykemie buiten de maaltijden te verhogen
    • inname kort voor elke hoofdmaaltijd
  • Incretines
    Glucagon-like peptide-1 (GLP-1) en Glucose-dependent insulinotropic peptide (GIP)
  • DPP-4 remmers
    Verhogen de concentratie van incretines omdat DPP-4 deze normaal omzet naar de inactieve toestand
  • Ongewenste effecten van DPP-4-remmers
    • Hoofdpijn
    • Bovenste luchtweginfecties
    • Gastro-intestinale klachten
    • Pancreatitis
  • Rybelsus
    • Oraal GLP-1 receptor agonist, SNAC voorkomt afbraak in maag en bevordert passage door maagslijmvlies
    • inname : oraal, nuchter, max 120 mL water, 30 min wachten voor te eten of ander GM in te nemen
  • Incretine systeem
    GLP-1 en GIP verhogen insulinesecretie, GLP-1 remmers verhogen insulinesecretie 5x meer
  • Effecten van GLP-1 receptor agonisten
    • Insulinesecretie omhoog
    • Glucagonsecretie omlaag
    • Maaglediging vertraagt
    • Voedselinname omlaag
    • Lichaamsgewicht omlaag
  • GLP-1 receptor agonisten hebben gunstige cardiovasculaire effecten
  • Gliflozinen hebben diuretische en natriuretische eigenschappen
  • Ongewenste effecten van gliflozinen
    • Urineweginfecties
    • Candida-vulvovaginitis
    • Gastro-intestinale stoornissen
    • Luchtweginfecties
    • Polyurie met risico van dehydratie en hypotensie (vooral bij ouderen)
  • Gliflozinen kunnen gebruikt worden bij hartfalen ongeacht de diabetesstatus
  • Glitazonen (PPAR-γ agonisten)
    Verminderen insulineresistentie, verhogen glucose-opname in spieren en vet, verminderen gluconeogenese in de lever