Dierengedrag

Cards (58)

  • Ethologie
    biologische studie van gedrag
  • Oskar Heinroth
    Gegevens over vogels & insecten Bestudeerde uitwendig zichtbaar gedrag
  • Niko Tinbergen
    Experimentele ethologie -> oorzaak van gedrag
    sleutelprikkels
    Supranormale prikkels
  • Sleutelprikkels - sign stimulus - signaal stimulus
    dieren reageren met bepaald gedrag op specifieke stimulus
    > prikkel past bij reactie
  • Supranormale prikkels - supernormale prikkels

    Vergroten van prikkels
    > lokt een sterkere reactie uit dan in de natuur
  • 4 vragen van Tinbergen
    1 waardoor wordt gedrag veroorzaakt
    2 wat in de functie van gedrag
    3 hoe ontwikkelt gedrag zich tijdens levensloop individu
    4 hoe is gedrag ontwikkeld in de loop van de evolutie
  • Karl von Frisch
    Bestudeerd gedrag van bijen -> uitgebreid en complex communicatiesysteem
  • Altmann en Hinde & Rowell
    Bestudeerden sociale communicatie bij Rhesusapen
    => elk heeft eigen invulling van communicatie
  • Metacommunicatie
    Vorm van communicatie waarbij signaal iets zegt over signalen die volgen ipv zelf direct info over te brengen
  • Digitale signalen
    Functioneren volgens aan/af mechanisme
    Brengen eenvoudige boodschappen over
  • Graduele signalen
    Variëren in intensiteit en complexiteit (gradaties mogelijk)
  • Intraspecifieke communicatie
    communicatie tussen dezelfde soort
  • Interspecifieke communicatie
    Communicatie tussen verschillende soorten
  • Chemisch signaal

    Gebruik can chemische, olfactorische of geursignalen
  • Akoestische/ auditieve signalen

    Productie van akoestische signalen
  • Tactiele communicatie

    Rechtstreeks lichamelijk contact om info over te brengen
    contact = signaal
  • Visuele communicatie

    Visuele signalen
  • Ethogram
    Inventaris van de gedragingen onderverdeeld in categorieën
  • Species ethogram

    Omvat alle gedragingen van een specifieke soort
  • Experimenteel ethogram
    Enkel gedragingen die relevant zijn om een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag
  • Structurele/empirische definitie
    Steunt op een beschrijving
    > gedrag wordt beschreven in functie van de fysieke verschijningsvorm
  • Functionele definitie
    Beschrijft gevolgen/functie van gedrag
  • Exhaustief ethogram
    Ethogram waarbij elk gedrag dat een dier vertoont kan ondergebracht worden in een categorie
    > geen gedragingen die er niet thuishoren
  • Mutueel exclusief ethogram
    Ethogram waarbij elk gedrag dat een dier vertoont kan gecategoriseerd worden als 1 gedrag
  • Events
    Gedragingen van korte duur waarvan de frequentie kan geteld worden
  • States
    Gedragingen van relatief lange duur waarvan de duur kan geregistreerd worden
  • Events worden herhaald in bouts
  • Gedragingen kunnen voorkomen in clusters, gedurende korte periode komen gedragingen snel na elkaar voor waarna een periode volgt zonder, waarna weer een periode met deze gedragingen
  • Sampling rules
    Bepaald welke individuen zullen gevolgd worden en wanneer
  • Recording rules
    Specifieren hoe het gedrag zal worden geobserveerd
  • Ad libitum sampling 

    Observator noteert wat zichtbaar is en wat relevant lijkt op dat moment
  • Nadeel van ad libitum sampling
    Gedragingen, individuen en situaties die het meest aandacht trekken zullen de observaties beïnvloeden
  • Focal sampling
    1 individu wordt gedurende een bepaalde tijd geobserveerd en alle gedragingen worden geregistreerd
  • Gevolgd dier uit zicht
    Time out
  • Scan sampling
    Groep individuen wordt op regelmatige intervallen snel geobserveerd en gedrag van elk individu op dat ogenblik geregistreerd
  • Behaviour sampling
    Observeerder bekijkt hele groep en registreert elk voorkomen van een bepaald gedrag
    > states bestuderen
    > gebruikt voor zeldzame maar belangrijke gedragingen
  • Continuous recording
    Exact beeld van het gedrag krijgen + frequenties en duren
  • Time sampling
    Gedrag wordt periodiek geobserveerd
    > info condenseren, mogelijk om verschillende gedragscategoriën te observeren
    > korte periodes = sample intervals
    > Eindpunt sample = sample point
  • Instantaneaous sampling/ point sampling
    Observatiesessie verdeeld in korte sample intervals
    > accuraatheid hangt af van lengte sample interval, gemiddelde duur van gedrag, gemiddelde duur interval tussen opeenvolgende bouts van gedrag
    > niet geschikt voor registratie van events met korte duur
  • One-zero sampling
    Observatiesessie verdeeld in korte sample intervals, op sample point genoteerd of het gedrag voorkwam gedurende het voorgaande sample interval