Histologie

Cards (104)

  • Tractus digestivus

    Het Spijsverteringskanaal
  • Het spijsverteringskanaal is ± 9 meter lang
  • Functie van het spijsverteringskanaal
    • Vertering van voedsel
    • Absorptie van water en nutriënten
    • Eliminatie van onverteerbare delen
  • Processen in de tractus digestivus
    1. Opname van voedsel en voedsel in de mondholte
    2. Kauwen van voedsel in kleinere delen
    3. Voortbewegen van het gekauwde voedsel
    4. Secretie van slijm, enzymen, zuren, alkalische vloeistoffen en gal
    5. Vrijkomen van hormonen
    6. Chemische vertering d.m.v. enzymen waarbij grote moleculen worden afgebroken in kleinere moleculen
    7. Absorptie van kleine moleculen en water
    8. Eliminatie van niet opgenomen voedingstoffen
  • Onderdelen van de tractus digestivus
    • Oesophagus
    • Maag
    • Dunne darm: Duodenum, Jejunum, Ileum
    • Dikke darm: Cecum, Appendix, Colon, Rectum, Anaal kanaal
  • Wand van het spijsverteringskanaal
    • Mucosa: Epitheel, Lamina propria, Muscularis mucosae
    • Submucosa: Dicht bindweefsel met bloedvaten, lymfevaten en lymfoïd weefsel
    • Muscularis externa: Gladde spierlaag verantwoordelijk voor voortbeweging
    • Serosa (adventitia): Dunne laag losmazig bindweefsel
  • Componenten van het inwendige zenuwstelsel
    • Plexus submucosus: Plexus van Meissner, Plexus van Schabadash/Henle
    • Plexus van Auerbach (myentericus)
  • Plexus submucosus
    • Betrokken bij regulatie en secretieprocessen in de mucosa en submucosa
  • Plexus van Auerbach (myentericus)

    • Betrokken bij het mixen en voortbeweging van de darminhoud (peristaltiek)
  • Interstitiële cellen van Cajal

    • Functioneren deels als pacemaker, worden functioneel vergeleken met sinusknoop en Purkinje vezels van het hart
  • Componenten van het uitwendige zenuwstelsel

    • Post ganglionaire orthosympatische vezels
    • Preganglionaire parasympatische vezels
    • Sensorische afferente banen
  • Plexus van Meissner
    • Gelegen in de submucosa, betrokken bij de regulatie van secretie en absorptie processen in de mucosa en submucosa
  • Plexus van Auerbach
    • Gelegen tussen de 2 lagen glad spierweefsel van de muscularis externa, betrokken bij de regulatie van de motiliteit van de respectieve spierlagen
  • Bij Chagas disease zijn de plexuses van het darmkanaal ernstig beschadigd, waardoor de bewegelijkheid van de darm is verstoord en op sommige plaatsen dilataties van de darm ontstaan
  • Het autonome innervatie systeem van de darm verklaart het effect van emotionele stress op de maag en andere delen van het darmkanaal
  • Oesophagus
    25 cm lange (spier) buis die het "gemalen" voedsel van de pharynx naar de maag brengt
  • Bouw van de oesophagus
    • Mucosa: Meerlagig onverhoornend plaveisel epitheel, Lamina propria met klieren, Muscularis mucosae
    • Submucosa: Fibroelastisch bindweefsel met klieren
    • Muscularis externa: Binnenste circulaire laag spierweefsel, Buitenste longitudinale laag spierweefsel
  • Oesophagus is bedekt met een adventitia (buitenste laag) totdat het het diafragma ingaat, daarna is het bedekt met een serosa
  • Er zijn 2 fysiologische sphincters in de oesophagus: Pharynxoesophageale sphincter en Gastrooesophageale sphincter
  • Bij de overgang van de oesophagus naar de maag is er een abrupte overgang van meerlagig onverhoornend epitheel naar eenlagig cilindrisch epitheel
  • Maag
    Meest gedilateerde deel van de Tractus digestivus
  • Functies van de maag
    • Vervolg van de vertering van koolhydraten
    • Toevoegen van zure vloeistof (HCl) en goed mixen tot chyme
    • Begin van vertering van triglyceriden door lipase
    • Begin van digestie van proteïne met pepsine
  • Macroscopische indeling van de maag
    • Cardia, Fundus, Body (corpus), Pylorus
  • Cardia en Pylorus gebied produceren vnl. mucus en hebben dezelfde histologische structuur. Fundus en Body gebied bevatten klieren en produceren zure maagvloeistof
  • ag
    1,5-3 cm
  • Fundus
    Koepelvormig gebied links van de oesophagus (verschilt histologisch niet van het body (corpus) gebied)
  • Body (corpus)

    Grootste gebied
  • Pylorus
    Trechtervormig gebied (naar de dunne darm) met dikke pylorus sphincter
  • Cardia en Pylorus gebied produceren vnl. mucus en hebben dezelfde histologische structuur
  • Fundus en Body gebied bevatten klieren en produceren zure maagvloeistof
  • Rugae
    Longitudinale plooien van de mucosa en de submucosa, die verstrijken bij een volle maag
  • Gastric body mucosa
    • F = foveolae (gastric pits)
    • C = hoofdcellen aan de basis van de klier
    • M= mucosa
    • MM = muscularis mucosae
    • SM = submucosa
  • Gastric pits (foveolae)

    Invaginaties in de mucosa (epitheel + lamina propria) en openen in het lumen van de maag. Zijn het diepst in het pylorus gebied. Hierin monden uit 2 – 3 klieren uit de lamina propria. Door gastric pits oppervlaktevergroting
  • Surface mucous cells
    Produceren dikke alkalische mucus; bescherming tegen beschadiging door voedselbrok en maagzuur
  • Stamcellen
    Komen voor in het smalle gebied (isthmus) tussen gastric pits en de maagklieren (in de lamina propria). Bij deling schuiven cellen naar boven om de surface mucous cells te vervangen (4 – 7 dagen). Het opschuiven naar onder (klieren) gaat veel langzamer
  • Lamina propria
    Losmazig goed gevasculariseerd bindweefsel met lymfocyten en gladde spiercellen. Het meeste van de lamina propria wordt ingenomen door de fundus (oxyntic) klieren
  • Maagklieren (corpus)
    Vertakte tubulo-alveolaire klieren (2 – 3) in de lamina propria; komen uit in de gastric pits
  • Gebieden van de maagklieren
    • Isthmus /Neck (Ned. Hals)
    • Basis
  • Celtypen in de maagklieren
    • Mukeuze halscellen (mucous neck cells)
    • Parietale cellen (= wandcellen; oxyntic cells)
    • Chief cells (Zymogenic cells, hoofdcellen)
    • Entero-endocriene cellen
  • Mukeuze halscellen
    Komen voor alleen of in clusters tussen de andere cellen in de nek van de maagklieren. Deze cellen zijn langwerpig, hebben een kleine, ronde kern en vormen een koolhydraatrijk secreet dat meer zure kenmerken heeft dan het neutrale slijm van de slijmnapcellen