bedrijfseconomie 1

• Economie


  Sociale wetenschap die het menselijk streven naar maximale welvaart met behulp van schaarse middelen bestudeert
• Grondleggers van de economie

  • Adam Smith (Arbeidsspecialisatie, onzichtbare hand)
  • Keynes (Meer actieve rol overheid, welvaartstaat)
  • Milton Friedman (Overheid zorgt enkel voor veiligheid, nachtwakersstaat)
• Economische organisatievormen


  • Planeconomie
  • Vrijemarkteconomie
  • Gemengde economie
• Bedrijfseconomie


  Bestudeert hoe een onderneming werkt, zowel intern als in relatie met de omgeving
• Deelterreinen van bedrijfseconomie


  • Financiering
  • Management accounting
  • Cost accounting
  • Financial accounting
• Economische kringloop


  Interacties tussen bedrijven, overheid en consumenten
• Bedrijfskolom


  Fasen van grondstofproducent tot detailhandel, waarbij elke schakel waarde toevoegt aan het product

  
• Verticale integratie


  Samennemen van meerdere stappen in bedrijfskolom door 1 bedrijf
• Horizontale integratie


  Samennemen van stappen in verschillende bedrijfskolommen door 1 bedrijf
• Bedrijfssectoren


  • Primaire sector (grondstoffen)
  • Secundaire sector (verwerking)
  • Tertiaire sector (distributie, handel en diensten)
• Onderneming


  Organisatie van productiefactoren die door het maken en leveren van producten en/of diensten probeert in te spelen op de behoeften van de markt met als doel het maken van winst en groei
• Belangrijke aspecten van een onderneming

  • Onderneming is een organisatie
  • Onderneming voltrekt een transformatieproces
  • Onderneming speelt in op klantbehoeften
  • Onderneming is gericht op continuïteit
• Leveranciersmacht


  Groter indien er minder leveranciers/substituten zijn, de klant minder omzet vertegenwoordigt, overstapkosten groot zijn, en leveranciers gemakkelijk taken kunnen overnemen
• Afnemermacht


  Groter indien het omgekeerde geldt van leveranciersmacht
• Meer substituten


  Sterkere concurrentie, lagere prijzen, lagere winsten
• Meer toetredingsbarrières


  Minder concurrentie
• Transformatieproces


  Input (arbeid, kapitaal, kennis) -> Transformatie (verwerking grondstoffen) -> Output (producten/diensten) -> Afname en levering (opbrengsten) -> Kaspositie
• Organisatie rondom transformatieproces


  • Inkoop
  • Productie
  • Logistiek
  • Marketing
  • Financiën
• Transformatie


  Grondstoffen worden verwerkt tot eindproducten, waarbij verspilling en afval ontstaan. Machines en personeel hebben te maken met slijtage en veroudering
• Output


  Het resultaat van het proces zijn producten of diensten voor de markt. Niet-herbruikbare hulpstoffen worden afgevoerd als afval. Om producten en diensten te promoten, verstrekt de onderneming reclame-informatie aan geïnteresseerde afnemers
• Afname en levering


  De onderneming ontvangt opbrengsten uit de verkoop van producten of diensten aan afnemers, in de vorm van geld en feedback over prestaties en klanttevredenheid
• Kaspositie


  Verkoopopbrengsten worden gebruikt voor kosten van materialen en arbeid. Bij winst neemt de kaspositie toe, waardoor verdere financiering van activiteiten mogelijk is
• Afdelingen in een groeiende onderneming

  • Inkoop
  • Marketing
  • Administratie
  • Verkoop
  • Operations
  • Personeelszaken
  • ICT
• Soorten transformatieprocessen


  • Industrie
  • Handel
  • Diensten
• Industriële ondernemingen


  • Produceren fysieke producten
  • Grondstoffen → halffabricaten/ onderdelen → eindproduct (input)
  • Stukproductie
  • Massaproductie
• Handelsondernemingen


  • Kopen grote hoeveelheden goederen in, houden voorraad aan en leveren in kleinere hoeveelheden aan de eindgebruiker via groothandel of direct aan consumenten via detailhandel
  • Geen productie
  • Toegevoegde waarde door rol als tussenpersoon (overbruggen van verschillen in tijd, plaats en aantallen) → gemak en service bieden aan uiteindelijke gebruikers
• Dienstverlenende bedrijven


  • Bieden prestaties aan zonder fysieke producten
  • Niet tastbaar dus geen voorraden mogelijk
  • Transformatieproces: verwerken gegevens tot voor de klant relevante informatie
  • Prijs: vaste tarieven, uurtarieven, variabele tarieven
• Klantbehoefte


  Het marketingproces omvat het begrijpen en bevredigen van klantbehoeften door een goed ingericht commercieel proces
• Productiegericht


  • Focus op kostprijsverlaging → alle aandacht naar efficiëntie fabricageproces
  • Relatief lage verkoopprijzen

  
• Productgericht


  • Focus op kwaliteit → klanten eisen goed product en willen daarvoor betalen
• Verkoopgericht


  • Focus op agressieve verkoop
  • Verkoopapparaat bepaalt wat er geproduceerd wordt en volgens welke specificaties
  • Diverse verkoopmethoden om klanten aan te zetten tot aankoop

  
• Winst


  Het verschil tussen verkoopopbrengsten en kosten, zoals weergegeven in de resultatenrekening

  
• Constante kosten


  Blijven binnen bepaalde grenzen gelijk, ongeacht de bedrijfsdrukte
• Variabele kosten


  Variëren afhankelijk van de bedrijfsdrukte
• Soorten variabele kosten


  • Proportioneel variabele kosten
  • Degressief variabele kosten
  • Progressief variabele kosten
  • Trapsgewijs variabele kosten
• Homogene productie


  Bedrijf maakt slechts één product, waardoor alle kosten direct aan dat product worden toegerekend
• Heterogene productie


  Bedrijf produceert meerdere producten om risico's te spreiden, kosten kunnen moeilijk direct aan specifieke producten worden toegewezen
• Directe kosten


  Toewijsbaar aan een specifiek product, zoals grondstoffen en directe arbeid
• Indirecte kosten


  Kosten die voor de totale productie gelden en niet direct aan individuele producten kunnen worden toegeschreven
• Primitieve opslagmethode


  Indirecte kosten toegewezen met behulp van één opslagpercentage