Frans

Cards (33)

  • le chanteur = de zanger
  • le clip = de clip
  • le musicien = de muzikant
  • le stress = de stress
  • la chanteuse = de zangeres
  • l'émission = het tv programa/de uitzending
  • l'énergie = de energie
  • la performace = het optreden
  • la prestation = de prestatie
  • la scène = het podium
  • agrédable = aangenaam
  • doué(e) = getalenteerd/begaafd
  • extraordinaire = buitengewoon
  • joyeux/joyeuse = vrolijk
  • marrant(e) = leuk/grappig
  • monotone = eentonig, vervelend
  • nul(le) = slecht, stom
  • pareil(le) = dergelijke, zo’n
  • réaliste = realistisch
  • rigolo(te) = grappig
  • scotché(e) = overdonderd, aan de grond genageld
  • splendide = geweldig, schitterend
  • sublime = subliem
  • admirer = bewonderen
  • discuter (de) = discussiëren (over)
  • mériter = verdienen
  • oser = durven
  • rendre (+adj.) = adj. + maken
  • voter = stemmen
  • d'ailleurs = trouwens
  • être de mauvais goût = van slechte smaak getuigen
  • ça ne me dit pas grand-chose = Dat zegt me niet veel.
  • C'est la classe = Het is klasse / af / top.