Latijn - voc. 1001-1020

Cards (20)

  • murus
    muri m.
    de muur
  • liber
    libri m.
    het boek
  • forma
    formae v.
    de vorm; de schoonheid
  • porta
    portae v.
    de poort
  • unda
    undae v.
    de golf
  • furtum
    furti o.
    de diefstal
  • saxum
    saxi o.
    het rotsblok
  • antiquus
    ~a, ~um
    oud
  • singuli
    ~ae, ~a
    elk één; afzonderlijk
  • ars
    artis v.
    het vakmanschap; de kunst
  • turbare
    ~o
    in verwarring brengen
  • contingere
    ~o
    [contigi, contactum]
    raken
  • munire
    ~io
    bouwen; versterken; beschermen
  • aggredi
    ~ior
    [aggressus sum]
    aanvallen
  • unus
    unus, ~a, ~um; ~unius
    één; enig
  • duo
    ~ae, ~o
    twee
  • tres
    ~ ,tria; trium
    drie
  • quattuor
    (telwoord)
    vier
  • quinque
    (telwoord)
    vijf
  • sex
    (telwoord)
    zes