het passievebewegingsapparaat zijn de gewrichten en alle beenderen samen
bewegingen ontstaan met behulp van het actieve bewegingsapparaat = de spieren
axiaal skelet bevat de wervelkolom, deschedel en de borstkas
het aanhangend skelet bevat alle delen die aan het axiaal skelet hangen vb: schoudergordel, bovenste ledematen
het grootstebot uit het menselijk lichaam is het dijbeen
het kleinste bod van het lichaam is de stijgbeugel
het skelet zorgt voor steun, vorm en beschermd tegen beschadiging van buitenaf
schedel beschermt de hersenen, de ogen en het binnen- en middenoor
de ribbenkas beschermt de longen, het hart en belangrijke bloedvaten
het sleutelbeen en schouderblad beschermen de schouder
lange beenderen of pijpenbeenderen = femur
korte beenderen = metacarpalen
platte beenderen= scapula, costae
pneumatische beenderen = maxilla
de aanmaak van de bloedcellen gebeurd in de lange beenderen
lang been bestaat uit een centrale schaft of diafyse
beide gewrichtsuiteinde of epifyse
schaft van een lang been is opgebouwd uit een compact beenmanchet die naar het midden van het bot overgaat in spongieus bot. Midden in de schaft van een lang been bevindt zich het beenmerg
gewrichtsuiteinden bestaan uit een spongieus been dat is omgeven door een dun laagje compact been
in de spleten van spongieus bot zit rood beenmerg wat het belangrijkste bloedvormige orgaan van de mens is
gewrichtsvlakken zijn bekleed met hyalien kraakbeen dat zorgt voor dat gewrichtsuiteinden van de beenderen soepel ten opzicht van elkaar kunnen bewegen
aan de buitenzijde is het been omgeven door beenvlies of periosteum het heeft een voedende functie en speelt een rol in bescherming en herstel van het bot.
ononderbroken verbindingen zijn weinig of niet beweeglijk vb: bindweefselverbindingen = schedelnaden , kraakbeenverbinding = tussen ribben en borstbeen en symfyse = tussen schaambeenderen
de gewrichten die wel beweeglijk zijn zijn : scharniergewricht = elleboog, zadelgewricht = tussen duim en middenhand en kogelgewricht = schouder of heup