Functie: het verbinden en ondersteunen van weefsels: Steun (skelet), Aanhechting (pees), Stockage energie
Eigenschappen: Zeerdivers, Drie componenten: Cellen, vezels en intercellulairmateriaal
Voorkomen van vezels bepaalt type bindweefsel: collageen (zeer rigide, eg. Pees), elastine (rekbaar, eg. Wandslagader)
Indeling steunweefsel
Bindweefsel
Kraakbeenweefsel
Beenweefsel
Vetweefsel
Bindweefsel
Cel = fibroblast
Matrix = weefselvocht ('grondsubstantie': een gelachtige substantie van water en opgeloste stoffen) + vezels
Losmazig bindweefsel
Dermis: Fibroblasten en vezels (collageen + elastine) duidelijk zichtbaar, Veel grondsubstantie (niet zichtbaar), Vezels in alle richtingen
Compact bindweefsel
Spierpees: (Kernen van) fibroblasten: blauw, Grondsubstantie met collageenvezels: roze, Vezels in 1 richting, Weinig grondsubstantie! (roze is vooral collageen)