Save
biologie
hoofdstuk 4
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
mk
Visit profile
Cards (100)
geslacht
(sekse)
man,
vrouw
of
intersekse
geslachtskenmerk
lichamelijk
kenmerk waaraan je een geslacht
herkent
primair
geslachtskenmerk
geslachtskenmerk dat al bij de
geboorte
aanwezig
is
intersekse
geslacht van een persoon met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken
puberteit
periode waarin een
persoon lichamelijk
, geestelijk en
sociaal
verandert
lichamelijke
verandering
verandering in de puberteit die je aan het
lichaam
kunt zien
secundair geslachtskenmerk
geslachtskenmerk
dat in de
puberteit
ontstaat
geestelijke
verandering
verandering
in de
puberteit
in je gedachten, gevoelens, zelfstandigheid en sociale leven
baarmoeder
orgaan waar een
bevruchte
eicel zich ontwikkelt tot een
kind
eierstok
orgaan waar eicellen zich ontwikkelen
eicel
vrouwelijke geslachtscel
ovulatie (eisprong)
het vrijkomen van een rijpe eicel uit een
eierstok
eileider
buis die een eicel vervoert naar de
baarmoeder
vulva
verzamelnaam voor de uitwendige geslachtsorganen van een vrouw
clitoris
orgaan dat gevoelig
is voor prikkels die een
fijn gevoel
geven
clitoriseikel
gevoelig
'knopje' van de clitoris
clitorishoed
huidplooi om
de clitoriseikel
zwellichaam
orgaan dat zich vult met bloed bij seksuele opwinding
binnenste
schaamlippen
dunne,
gladde huidplooien
die onder de
clitoris samenkomen
vagina
opening die de
vulva
verbindt met de
baarmoeder
buitenste schaamlippen
behaarde
huidplooien om de
binnenste
schaamlippen
maagdenvlies
randje weefsel
aan het begin van de
vagina
menstruatie
(ongesteld)
afvoer van
baarmoederslijmvlies
en bloed via de
vagina
Voorwerpen
voor menstruatie
maandverband
tampon
menstruatiecup
menstruatiecyclus
cyclus van het terugkerend opbouwen en afstoten van het
baarmoederslijmvlies
hormoon
stof die
de werking
van
organen
regelt
hypofyse
hormoonklier aan de onderzijde van de hersenen die stimulerende
hormonen
produceert voor de
voortplantingsorganen
overgang
periode bij een vrouw waarbij steeds
minder
hormonen worden
aangemaakt
teelbal
orgaan dat zaadcellen maakt
zaadcel
(spermacel)
mannelijke geslachtscel
balzak
huidplooi waar een teelbal en bijbal in ligt
bijbal
orgaan waar zaadcellen worden opgeslagen
zaadleider
buis die zaadcellen
vervoert
zaadblaasje
orgaan dat vocht en voedingsstoffen toevoegt aan de
zaadcellen
prostaat
orgaan dat vocht toevoegt aan de
zaadcellen
sperma
zaadcellen
en vocht uit de zaadblaasjes en de
prostaat
penis
voortplantingsorgaan van de man dat bestaat uit zwellichamen,
urinebuis
, eikel en
voorhuid
eikel
top van de
penis die erg gevoelig is
voorhuid
dunne huidplooi
die de eikel
bedekt
erectie
het stijf worden van de
penis
See all 100 cards