Les verbes

Cards (13)

  • Aider
    Helpen
  • Appeler
    roepen,opbellen
  • Avancer
    Vooruitgaan
  • Avoir le vertige
    Zich draaierig voelen
  • Avoir le bras cassé

    En gebroken arm hebben
  • Battre
    kloppen (van het hart)
  • Courir
    Lopen,rennen
  • garder le lit
    In bed blijven
  • Marcher
    stappen
  • Rester
    Blijven
  • S’arrêter
    Stoppen
  • Se brûler

    Zich verbranden
  • Tomber
    vallen