Gs hf 1

• Nederland van 1848 tot 1914


  Periode in de Nederlandse geschiedenis
• Willem II besliste vrijwel alles zelf
• John Thorbecke (1798-1872)


  Politicus die de Grondwet van 1848 opstelde
• Thorbecke bepaalde dat de macht in Nederland anders moest
• Londen vond de lening niet goed, 4 jaar later moest de Grondwet gewijzigd worden
• Het Kiesrecht werd door Thorbecke uitgebreid
• Door de Grondwet van Thorbecke werd de macht van de koning minder
• In 1848 kwam er een nieuwe Grondwet die de macht verdeelde
• Constitutionele monarchie


  Staatsvorm waarbij de koning zich aan de wet moet houden
• Willem II vond deze Grondwet te liberaal en wilde terug naar de situatie voor 1848, net als zijn grootvader, met alle macht in eigen handen
• Door de Grondwet van Thorbecke werd de ministeriële verantwoordelijkheid geregeld
• De koning zelf is onschendbaar omdat de ministers verantwoordelijk zijn voor wat hij doet of zegt
• Parlementaire democratie


  Staatsvorm waarbij de wetgevende macht bij het parlement ligt
• Elke 4 jaar bepalen de kiezers de leden van het parlement
• Machten in een parlementaire democratie

  • Wetgevende macht (parlement)
  • Uitvoerende macht (regering)
  • Rechterlijke macht (rechters)
• Klassieke grondrechten


  • Vrijheid van godsdienst
  • Vrijheid van meningsuiting
  • Vrijheid van drukpers
  • Vrijheid van vereniging
  • Vrijheid van vergadering
  • Vrijheid van onderwijs