Acute zorg 2

Cards (563)

  • Wat is de definitie van acute zorg?
    Acute zorg is directe medische zorg.
  • Wat beschrijft de normale anatomie en fysiologie van de tractus circulatorius?
    Het is een buizensysteem gevuld met bloed.
  • Wat zijn de onderdelen van het bloedvatenstelsel?
    • Arteriën: transport vanaf het hart
    • Capillairen: uitwisseling van gassen
    • Venen: transport naar het hart
  • Wat zijn de functies van het bloed?
    Transportmedium, afweer, bloedstelping en stolling.
  • Hoe zijn de helften van het hart gescheiden?
    Door een septum.
  • Wat zijn de belangrijkste kernsymptomen van hartfalen?
    Vermoeidheid, kortademigheid en oedeem.
  • Wat zijn symptomen van linkszijdig ventrikelfalen?
    Dyspneu, orthopneu en cyanose.
  • Wat zijn symptomen van rechtszijdig ventrikelfalen?
    Oedeem, nycturie en opgezette buik.
  • Hoe wordt de ernst van hartfalen ingedeeld volgens de NHYA-classificatie?
    • Klasse I: Geen beperking van inspanningsvermogen.
    • Klasse II: Enige beperking, geen klachten in rust.
    • Klasse III: Ernstige beperking, klachten bij lichte inspanning.
    • Klasse IV: Klachten in rust, geen inspanning mogelijk.
  • Wat beschrijft farmacokinetiek?
    De opname, distributie en eliminatie van medicijnen.
  • Wat is farmacodynamiek?
    De werking en bijwerkingen van medicijnen.
  • Wat zijn de drie soorten bijwerkingen van medicijnen?
    1. Universele bijwerkingen: voor iedereen.
    2. Verklaarbare bijwerkingen: door te sterke werking.
    3. Onverklaarbare bijwerkingen: zonder duidelijke verklaring.
  • Wat zijn enkele veelgebruikte antihypertensiva?
    • Bètablokkers: metoprolol, atenolol
    • Calciumantagonisten: amlodipine
    • Diuretica: hydrochloorthiazide, furosemide
  • Wat is de werking van bètablokkers?
    Ze blokkeren de sympathicus en verlagen de hartfrequentie.
  • Wat zijn de bijwerkingen van bètablokkers?
    Misselijkheid en duizeligheid door bloeddrukdaling.
  • Hoe werken calciumantagonisten?
    Ze remmen calcium, wat vaatverwijding veroorzaakt.
  • Wat is de functie van diuretica?
    Ze drijven vocht af uit het lichaam.
  • Wat gebeurt er met de bloeddruk bij het gebruik van bepaalde medicijnen?
    De bloeddruk vermindert.
  • Wat zijn mogelijke bijwerkingen van bloeddrukverlagende medicijnen?
    Misselijkheid en duizeligheid.
  • Wat moet een verpleegkundige doen als er duizeligheid optreedt door bloeddrukdaling?
    Een bloeddrukmeting uitvoeren.
  • Noem een voorbeeld van een calciumantagonist.
    Amlodipine.
  • Hoe beïnvloedt calcium de spiercontractie?
    Calcium is nodig voor spiercontractie.
  • Wat gebeurt er als calcium wordt geremd in de spieren?
    De kracht van de samentrekking neemt af.
  • Wat is het effect van calciumantagonisten op de arteriën?
    Ze veroorzaken vaatverwijding.
  • Noem een voorbeeld van een diureticum.
    Hydrochloorthiazide.
  • Wat is de functie van diuretica?
    Vocht afdrijven uit arteriën.
  • Wat gebeurt er met de bloedvaten door het gebruik van diuretica?
    De vulling van het bloedvat neemt af.
  • Wat is een bijwerking van diuretica?
    Uitdroging.
  • Wat gebeurt er bij te veel vochtuitscheiding door diuretica?
    Er vindt een verschuiving in de zouthuishouding plaats.
  • Noem een voorbeeld van een ACE-remmer.
    Enalapril.
  • Wat is een bijwerking van ACE-remmers?
    Prikkelhoest.
  • Noem een voorbeeld van een ARB.
    Candesartan.
  • Hoe werken ARB's op de bloeddruk?
    Ze blokkeren receptoren en verminderen vocht.
  • Noem een voorbeeld van een statine.
    Simvastatine.
  • Wat is de functie van statines?
    Ze beïnvloeden cholesterol en vetmetabolisme.
  • Waarom is periodiek bloedonderzoek nodig bij het gebruik van statines?
    Om vetgehaltes te monitoren.
  • Noem een voorbeeld van een nitraat.
    Nitrospray.
  • Wat is het effect van nitraten op bloedvaten?
    Ze verwijden bloedvaten.
  • Noem een voorbeeld van een stollingswerend middel.
    Acetylsalicylzuur.
  • Wat is de functie van stollingswerende middelen?
    Ze remmen het samenklonteren van trombocyten.