Transport van opgeloste deeltjes van hoge naar lageconcentratie, kost geen energie (passief transport)
Osmose
Transport van water, kost geen energie (passief), membraan houdt deeltjes tegen, water gaat naar de deeltjes toe, kost energie bij hoge osmotischewaarde
Facilitaire diffusie
Passief transport van stoffen door eiwitten in het membraan
Pomp
Actief transport van stoffen tegen de concentratie in, kost energie
Co-transport
Actief transport van stoffen, kost energie
Stofwisseling
Assimilatie
Dissimilatie
Assimilatie
Opbouw van organische stoffen
Dissimilatie
Afbraak van organische stoffen
Assimilatie is essentieel voor planten, die water, zonlicht, CO2 en nutriënten nodig hebben
Nutriënten zijn vooral stikstofverbindingen, maar ook mest, mineralen en andere stoffen
Huidmondjes laten CO2 binnen en sluiten bij watergebrek
Anaërobe dissimilatie
Glycolyse, gisting, lage ATP-opbrengst
Kleine dieren hebben een groteoppervlakte/volume-ratio en verliezen daardoor veel warmte
Hoge osmotische waarde
Hoge concentratie deeltjes
Hypo
Lagere osmotische waarde
Iso
Gelijke osmotische waarde
Hyper
Hogereosmotische waarde
Houtvaten (omhoog)
anorganische stoffen
Bastvaten (beneden)
Organische stoffen
Fotosynthese (koolstofassimilatie)
H2O + CO2 -> glucose + O2
Door planten, algen en cyanobacteriën
Stikstofassimilatie
Aanmaak van aminozuren. Door algen, planten en cyanobacteriën
Voortgezette assimilatie
Aanmaak van eiwitten, koolhydraten en vetten. In alle organismen
Aeroob
Met zuurstof
Glycolyse
Levert ATP en NADH
Citroenzuurcyclus
Levert ATP, NADH en FADH2
Oxidatieve fosforylering
1. NADH - ATP
2. FADH - ATP
Aeroob: In de meeste organismen (ook in planten). Hoge ATP-opbrengst. Kan ook met eiwitten en vetten