aardrijkskunde

Cards (9)

  • in deze zee:
    • afzetting klei en zand (losse sedimentgesteenten)
    • nadien omgevormd tot kleisteen en zandsteen (vaste sedimentgesteenten)
    • nu terug te vinden als leisteen en kwartsiet (metamorfe gesteenten)
    • in de Ardennen bv. aan de Ninglinspo
  • Oudste plooiingsfase: Caledonische orogenese of gebergtevorming
    1. Doet een hooggebergte ontstaan tussen N-Amerika en Eurazië
    2. Daarna afvlakking door erosie
    3. Nu overgebleven: Schots en Scandinavisch Hoogland
  • Devoon
    Deze zee wordt opgevuld met sedimenten van zand en klei, afkomstig van de erosie van de Caledonische gebergten
  • Carboon
    • Tropisch klimaat, want onze steken liggen dan op de evenaar
    • Er ontstaan moerasgebieden met overvloedige tropische plantengroei
    • Er worden dikke veenlagen gevormd, die later inkolen tot steenkool
  • Eind-Carboon: Hercynische gebergtevorming
    1. Voor het eerst komt een deel van België boven water: de Ardennen worden gevormd
    2. Door de grote druk ontstaan er breuken in de gesteentelagen, zoals de Midi-breuk
  • Perm
    1. Het supercontinent Pangea ontstaat, na de vorming van de Oeral
    2. De geplooide Hercynische massieven worden afgevlakt door erosie
    3. Hetgeen overblijft is de sokkel
  • Trias en Jura

    1. Transgressie van de zee, met sedimentatie in het Z van België
    2. Vorming van de cuesta's in Belgisch Lotharingen
  • Krijt
    1. Transgressie en afzettingen ten N van de Ardennen
    2. Vorming van de krijtlagen in het NO van België
  • Tertiair: Alpine plooiing
    1. De Ardennen worden opnieuw opgetild: de erosie herneemt
    2. De zee trekt zich terug (regressie) naar het N
    3. De horizontale lagen van Midden- en Laag-België worden schuin opgetild waardoor ze nu zachtjes afhellen naar het noorden toe