Zuid-Amerika

Cards (49)

  • Cultuurelementen als muziek, dans, sport, kleding en religie spelen een belangrijke rol in het stereotype beeld van Zuid-Amerika en dit beeld wordt door media en reizen vaak bevestigd.
  • Het beeld van Zuid-Amerika is in de loop van de tijd veranderd van instabiele corrupte landen met een grote sociale ongelijkheid tot politiek en economisch meer stabiele landen.
  • Over de toekomst van Zuid-Amerika lopen de meningen sterk uiteen; van een tweederangs rol in het mondiale krachtenveld tot een veel belovende regio.
  • Zowel stereotype beelden als geografisch beelden van Zuid-Amerika zijn van invloed op het ruimtelijk gedrag van actoren zoals bedrijven en consumenten, politici en burgers. Dat blijkt onder andere uit investeringsbeslissingen en de keuze voor toeristische bestemmingen
  • Het imago van Zuid-Amerika kent paradoxen: gated communities naast krottenwijken, dictaturen naast democratieën, ongelijkheid naast herverdeling.
  • Zuid-Amerika omvat meerdere tektonische platen. Het vasteland omvat de Zuid-Amerikaanse plaat, en het zuidelijk deel van de Caribische plaat. De oceanische korst van de Nazcaplaat en de Antarctische plaat duiken weg onder de continentale korst van Zuid-Amerika.
  • De oostzijde van het continent is een passieve continentrand. Bij de passieve continentrand deden zich de juiste omstandigheden voor, voor de vorming van aardolievoorraden.
  • De westzijde van Zuid-Amerika is een actieve continentrand. Deze wordt gekenmerkt door subductie die gepaard gaat met aardbevingen en actief vulkanisme. Bij de subductie in dit gebied vindt opvallende gebergtevorming plaats. In het noorden (Colombia) zijn meerdere bergketens (cordillera’s) naast elkaar gevormd.
  • Ander actief vulkanisme, als gevolg van een hotspot, komt voor op bijvoorbeeld de Galapagos-eilanden.
  • De vorming van het Andesgebergte ging gepaard met het ontstaan van een voorlandbekken aan de oostzijde van het gebergte. In dit bekken heeft veel sedimentatie plaatsgevonden.
  • Belangrijke geomorfologische eenheden in Zuid-Amerika zijn het hoogland van Guyana, het hoogland van Brazilië, het plateau van Patagonië, het Andesgebergte, de Altiplano en de daar tussenliggende laaglanden waarin de Orinico, de Amazone en de Paraná stromen.
  • Binnen Zuid-Amerika zijn vooral het Andesgebergte en de hooglanden rijk aan ertsen. Deze ertsen zijn onder verschillende omstandigheden gevormd. Een aantal gebieden met een tropisch regenklimaat is rijk aan bauxiet.
  • De ligging van klimaatzones, vegetatiezones en landschapszones wordt in Zuid-Amerika voor een groot deel bepaald door de breedteligging, de nood-zuidoriëntatie van het Andesgebergte en de invloed van zee- en windstromen.
  • Fossiele brandstoffen worden voornamelijk gevonden in laag gelegen kustgebieden in Venezuela, Brazilië en Argentinië
  • Periodiek wordt het normale weerpatroon in Zuid-Amerika verstoord door El Niño. Vooral aan de kust van Ecuador, Peru en Chili zijn de gevolgen van een El Niño duidelijk merkbaar.
  • Het regiem van de rivieren als de Orinoco, de Amazone en de Parana, wordt grotendeels bepaald door het neerslagregiem. Het verhang en de mate van ontbossing bepalen de stroomsnelheid en de sedimentafvoer.
  • De natuurlijke omstandigheden zijn van grote invloed op de bevolkingsdichtheid en de bevolkingsspreiding.
  • De eerste bewoners in het Andesgebergte concentreerden zich in de hoge delen waar aardappelen, gerst en tarwe verbouwd kunnen worden. In de koloniale tijd verschoof het economisch zwaartepunt naar de lagere delen waar onder andere cacao, koffie en suikerriet verbouwd kunnen worden.
  • Zuid-Amerika is het meest verstedelijkte continent ter wereld.
  • Aan de kust is het tempo van verstedelijking na decennia van explosieve groei aan het afvlakken. In de binnenlanden neemt de verstedelijkingsgraad toe. Er ontstaan nieuwe steden terwijl de megasteden niet meer zo hard groeien.
  • De contrasten binnen steden zijn groot met als uitersten de gated communities en favelas
  • Het economisch belang van de mijnbouw is groot.
  • Binnen Zuid-Amerika komen grote verschillen voor in de landbouw. Deze verschillen hangen onder andere samen met de verschillen in de natuurlijke omstandigheden, het ontwikkelingsniveau en de macht- en grondbezitsverhoudingen.
  • Zuid-Amerikaanse landen zijn overwegend middeninkomen landen.
  • De waarde van het BNP van Zuid-Amerikaanse landen wordt in toenemende mate bepaald door de dienstensector. De tegenstellingen in welvaart en welzijn, zowel tussen landen als binnen landen, zijn in Zuid-Amerika erg groot.
  • Overmakingen van migranten en de informele sector spelen een niet direct zichtbare maar grote rol in de economie van Zuid-Amerikaanse landen.
  • Eind 20e eeuw gestart sociaaleconomisch beleid draagt in veel landen van Zuid-Amerika bij aan economische groei en een vermindering van de armoede.
  • Bureaucratie, corruptie en geweld vormen belemmeringen in de ontwikkeling van Zuid-Amerikaanse landen.
  • In het dagelijks leven spelen raciale verschillen een grote rol.
  • De bevolking van Zuid-Amerika is in hoge mate gemestizeerd. Daarnaast zijn er van oorsprong inheemse, Afrikaanse, Europese en Aziatische bevolkingsgroepen.
  • Ondanks de toenemende sociale mobiliteit is er nog steeds een grote kloof tussen arm en rijk met bijbehorend verschil in ontwikkelingskansen.
  • Bovengenoemde fysisch-geografische en sociaalgeografische kenmerken bepalen de grenzen van regio’s binnen Zuid-Amerika.
  • De regio’s verschillen in natuurlijke omstandigheden, ligging, aanwezige energiebronnen en grondstoffen.
  • Sociaaleconomische en sociaal-culturele verschillen tussen de regio’s zijn te verklaren aan de hand van historische, natuurlijke, economische, demografische, politieke en culturele factoren en/of relaties.
  • De regio’s vertonen verschillen en overeenkomsten in taal en religie, bevolkingsgroei, verstedelijkingsgraad, welvaart en het belang van bepaalde economische sectoren.
  • De gekozen toekomstscenario’s beïnvloeden de ontwikkelingskansen van verschillende regio’s.
  • Elke regio is uniek en toch zijn in verschillende regio’s soortgelijke geografische patronen en processen te vinden. De uitkomst van een vergelijking van regio’s is mede bepaald door de schaal waarop de regio bekeken wordt.
  • De ontwikkeling van Zuid-Amerika kent verschillende perioden; prekoloniaal, koloniaal, traditioneel postkoloniaal en moderne tijd.
  • Sinds de jaren negentig bepalen in veel landen naast vrijhandel ook sociale doelen de politieke koers.
  • Politiek gezien ontwikkelden de meeste postkoloniale landen in ZuidAmerika zich van kwetsbare democratieën via dictatuur en oligarchie naar meer stabiele, democratische landen.