syllabus c1.2 positie van de stedelijke burgerij

Cards (6)

  • Rond 1300 vormden Vlaanderen en Brabant het economische zwaartepunt van de Nederlandse gewesten. Brugge vormde het handelscentrum van een netwerk waarbinnen elke stad door
    innovatie en schaalvergroting de eigen positie én het netwerk als geheel versterkte. Steden hadden in dat netwerk een eigen positie.
  • Antwerpen had een goede verbinding met het Europese
    achterland en was toegankelijk voor de nieuwe, grotere zeeschepen. In Brugge combineerden handelaren de principes van de wisselbrief en de bank tot de eerste koopmansbeurs. Het noordelijke Amsterdam werd in de loop van de 14e eeuw een gespecialiseerde voorhaven voor de
    graanhandel met het Oostzeegebied.
  • Behalve van de adel, nam de stedelijke burgerij ook taken van de geestelijkheid over, zoals sociale zorg en onderwijs, en ontwikkelde zij ideeën over het algemeen belang of bonum commune van de
    stedelingen. Met de vestiging van bedelorden en begijnhoven probeerde de geestelijkheid omgekeerd aansluiting te vinden bij een meer individuele geloofsbeleving van stedelingen, de moderne devotie.
  • In de late middeleeuwen kwam de positie van de steden onder druk te staan. Het particularisme van de Brabantse en Vlaamse steden botste met het beleid van de Bourgondische hertogen die in de 15e eeuw grip probeerden te krijgen op bestuur en rechtspraak in hun Nederlandse gebieden. Mede doordat zij een centrale rol in de handel met Spaanse en Portugese koloniën in kon nemen, profiteerde Antwerpen hier het meeste van en nam zij de centrale positie van Brugge over.
  • In de 16e eeuw zetten de Habsburgse vorsten Karel V en Philips II de centralisatiepolitiek door en breidden deze vanwege de opkomst van lutheranisme en calvinisme uit naar de godsdienst. Zij wilden het protestantisme, dat zich concentreerde in de steden, terugdringen. Na de Beeldenstorm en het harde optreden door Alva brak er onder leiding van Willem van Oranje een opstand uit tegen het Spaanse gezag.
  • Door de opstand, die in de praktijk een oorlog tegen steden was, verloor Antwerpen vanaf 1585 haar stapelmarktfunctie en trokken veel kapitaalkrachtige inwoners naar Holland. De noordelijke gewesten stichtten een republiek. Vanaf de oprichting van de VOC in 1602 ontwikkelde die zich tot een handelsgrootmacht met een wereldwijd handelsnetwerk.