syllabus c4.1 opkomst nationaal socialisme

Cards (6)

  • In de laatste dagen van de Eerste Wereldoorlog werd in het Duitse keizerrijk de republiek uitgeroepen. De sociaaldemocratische regering tekende de wapenstilstand en begon met de opbouw van een parlementaire democratie. Door tegenstand van de conservatieve elite en extremistische groepen van links en rechts was die democratie vanaf het begin wankel.
  • Een groot deel van de Duitse bevolking had weinig vertrouwen in de leiders van de Republiek. Gevoed door de dolkstootlegende hielden zij hen verantwoordelijk voor de nederlaag in de Eerste Wereldoorlog en het opgelegde Verdrag van Versailles uit 1919.
  • De Duitse economie had te lijden van de hoge herstelbetalingen en het verlies van grondstofrijke gebieden. Zij bloeide pas weer op dankzij het Dawesplan en de verzoeningspolitiek met Frankrijk. De beurskrach van 1929 trok Duitsland daarna mee in een diepe economische crisis. Van de hernieuwde politieke instabiliteit profiteerde de NSDAP onder leiding van Adolf Hitler.
  • Door grootscheepse propaganda en paramilitair vertoon groeide deze ultrarechtse en antisemitische partij uit tot een massaorganisatie. Hitler beloofde dat hij alleen het land zou leiden naar welvaart en nationale eenheid en het verdrag van Versailles ongedaan zou maken. Nadat zijn partij bij verkiezingen de grootste was geworden werd hij in 1933 benoemd tot rijkskanselier. Met de machtigingswet die na de Rijksdagbrand werd aangenomen zette het parlement zichzelf buitenspel en kwam de Republiek van Weimar ten einde.
  • Direct na hun aantreden begonnen de nazi's met de opbouw van een totalitair regime. Met terreur en propaganda nazificeerden zij de samenleving. Tot de eerste slachtoffers behoorden politieke
    tegenstanders, gevolgd door degenen die niet tot de Volksgemeinschaft behoorden. Doordat het regime snel economisch herstel leek te realiseren kreeg het lang steun van grote delen van de bevolking.
  • De eis tot aansluiting van Duitstalige gebieden leidde tot de Conferentie van München in 1938. Met de appeasementpolitiek probeerde Groot-Brittannië oorlog nog te voorkomen. Na de inval in Polen in 1939 verklaarden Groot-Brittannië en Frankrijk Duitsland de oorlog. Dat veroverde snel grote delen van Europa, waaronder Nederland, stelde daar de rechtsstaat buiten werking en voerden arbeidsdienst in. In het bijzonder joden werden overal systematisch uitgesloten van het openbare leven en uiteindelijk getransporteerd naar vernietigingskampen