de politieke en maatschappelijke organisatie van het franse koninkrijk voor de franse revolutie. er was toen sprake van een standensamenleving.
John Locke
iedereen in de wet is gelijk, ook de vorsten mogen de wetten niet overtreden. De koningen moeten regeren volgens de wetten en de wetten hebben als doel het welzijn van het volk. De relatie tussen vorst en volk is een sociaal contract.
Charles Montesquieu
de trias politicas = driedeling van de macht inn een rechtgevende macht, een wetgevende macht en een uitvoerende macht. Hij vond dat de macht niet bij een persoon mocht liggen.
Rousseau
alle mensen zijn vrij en gelijk, de volkssoevereiniteit is erg belangrijk. De koning had zijn macht niet van god maar van het volk gekregen, de wil van de meerderheid is het belangrijkst
verlicht absolutisme
vorsten verbeteren onder invloed van de Verlichting hun bestuur maar hielden wel alle macht in eigen handen
het abolitionisme
het streven naar afschaffing van de slavernij en de slavenhandel
voltaire
verlicht denker die van mening was dat een volk bestuurd moest worden door een vort