Signaalwoorden en verbanden

Cards (88)

  • ook
    opsommend
  • tevens
    opsommend
  • daarnaast
    opsommend
  • bovendien
    opsommend
  • vervolgens
    opsommend
  • verder
    opsommend
  • om te beginnen
    opsommend
  • ten eerste ten tweede
    opsommend
  • ten slotte
    opsommend
  • maar
    tegenstellend
  • echter
    tegenstellend
  • niettemin
    tegenstellend
  • toch
    tegenstellend
  • daar staat tegenover
    tegenstellend
  • desondanks
    tegenstellend
  • evenwel
    tegenstellend
  • nochtans
    tegenstellend
  • daarentegen
    tegenstellend
  • ondanks dat ...
    tegenstellend
  • enerzijds ... anderzijds
    tegenstellend
  • aan de ene kant ... aan de andere kant
    tegenstellend
  • eerst
    chronologisch
  • dan
    chronologisch
  • daarna
    chronologisch
  • eens
    chronologisch
  • uiteindelijk
    chronologisch
  • toen
    chronologisch
  • vroeger
    chronologisch
  • nu
    chronologisch
  • later
    chronologisch
  • voordat
    chronologisch
  • nadat
    chronologisch
  • vervolgens
    chronologisch
  • doordat
    oorzakelijk (oorzaak-gevolg)
  • daardoor
    oorzakelijk (oorzaak-gevolg)
  • als gevolg van
    oorzakelijk (oorzaak-gevolg)
  • het gevolg is
    oorzakelijk (oorzaak-gevolg)
  • het komt door
    oorzakelijk (oorzaak-gevolg)
  • waardoor
    oorzakelijk (oorzaak-gevolg)
  • zodat
    oorzakelijk (oorzaak-gevolg)