Beeldspraak

Cards (7)

  • Vergelijking met als
    Beeld en object zijn aanwezig + een vergelijkend woord.
    Zijn buik lijkt wel een luchtballon. / Die soep smaakt als afwaswater.
  • Vergelijking zonder als
    Beeld en object zijn aanwezig, maar geen vergelijkend woord.
    De middelbare school van een brugklasser, een doolhof.
  • Metafoor
    Alleen beeld.
    Een gouden wissel. / Roet in het eten gooien. / Die beer zakte door zijn stoel.
  • Metonymia
    Alleen beeld, geen relatie met object op basis van vergelijking, zoals bij metafoor.
    Neuzen tellen / Een Wolkers lezen / Nederland wint met 4-0. / Er worden doeken van Herman Brood geveild.
  • Personificatie
    Levenloze voorwerpen krijgen levende, menselijke eigenschappen.
    De zee fluistert.
  • Synesthesie
    Combinatie waarnemingen uit verschillende zintuiglijke gebieden.
    Zijn warme woorden.
  • Woordspeling (geen echte beeldspraak)
    Drink met maten, nooit alleen.
    De grijze eekhoorn verdrong de rode, maar is nu zelf het haasje.