T2H2

Cards (25)

  • semi-permeabel membraan
    1. selectief of gedeeltelijk doorlaatbaar
    2. dient voor het transport doorheen celmembranen
    3. doorlaatbaar O2 en CO2
    4. niet doorlaatbaar polaire ionen
  • passief transport
    1. gebeurt spontaan
    2. zonder energieverbruik
  • actief transport
    1. andere vormen van transport
    2. met energieverbruik ATP
  • diffusie
    1. transport van opgeloste stoffen
    2. spontaan van hypertone naar hypotone concentratie tot een isotone concentratie
  • diffusie (positief en negatief beïnvloed)
    1. positief: hogere temperatuur, grootte concentratieverschil, grootte diffusieoppervlak
    2. negatief: diffusieafstand
  • vergemakkelijkte of gefaciliteerde diffusie
    1. kanaaleiwitten en transporteiwitten
  • kanaaleiwitten
    1. poriën in celmembraan
    2. spontane diffusie van water en kleine ionen (K+ en Na+)
    3. aquaporines of waterkanalen
    4. kanaaleiwitten (constant open, ionselectieve eiwitten openen pas na signaal)
  • transporteiwitten
    1. dragereiwit
    2. soort molecule
    molecule bindt aan dragereiwit, de binding veroorzaakt vormverandering, de molecule wordt doorgegeven aan de andere kant van het eiwit
  • osmose bij dieren
    1. cel in hypertone concentratie = cel krimpt en verliest water
    2. cel in hypotone concentratie (cytolyse) = cel zwelt en neemt water op, druk verhoogt, membraan kan barsten
    3. cel in isotone concentratie = cel gaat evenveel water opnemen als verliezen
  • plantencel in hypertone omgeving met weinig water in bodem
    1. osmotische druk van oplossing
    2. cel en vacuole verliezen water
    3. vacuole krimpt en het celmembraan komt los van de celwand (plasmolyse)
  • plantencel in hypotone omgeving met voldoende water in bodem
    1. vacuole vult zich en celmembraan komt tegen de celwand (deplasmolyse)
  • primair actief transport
    1. rechtstreekse afbraak van ATP energie
    2. Na+K+pomp
    3. gerbuikt ATP als rechtstreekse energie bron
    4. calciumpomp en protonpomp
  • actief transport met blaasjes
    1. transport van grote hoeveelheden of grote partikels
    2. endocytose
    3. exocytose
  • endocytose
    1. materiaal wordt in de cel gebracht
    2. celmembraan stulpt in
    3. membraanzakje rond het materiaal
    4. vesikel snoert af en zit in de cel
    5. afhankelijk van het materiaal (fagocytose of pinocytose)
  • fagocytose
    1. vast deeltje wordt opgenomen in de cel
    2. voedselvacuole of fagosoom
    3. versmelt met een lysosoom
    4. lysosoom breekt de inhoud af
  • pinocytose
    1. vloeistof wordt opgenomen in de cel
    2. vloeistof met opgeloste stoffen
  • exocytose
    1. materiaal wordt uit de cel gebracht
    2. blaasjes bewegen via cytoskelet naar celmembraan
    3. blaasjes fuseren met celmembraan
    4. inhoud wordt vrijgegeven uit de cel
    5. afkomst blaasjes (proteïnen van golgi-apparaat, afvalstoffen of reststoffen die overblijven na fagocytose)
  • cel
    1. kleinste levende eenheid
    2. opname voedingsstoffen en O2
    3. aanmaak ATP en warmte
    4. afgifte afvalstoffen en CO2
  • dubbele laag fosfolipiden
    1. hydrofiele koppen naar de waterige extracellulaire omgeving
    2. hydrofiele koppen naar de waterige intracellulaire omgeving
  • concentratiegradiënt
    1. drijvende kracht voor passief transport
    2. hypotone concentratie = lagere concentratie
    3. hypertone concentratie = hogere concentratie
    4. isotone concentratie = gelijke concentratie
  • permeabel membraan
    1. doorlaatbaar
  • osmose
    1. transport van oplosmiddel meestal water
    2. semi-permeabel membraan
    3. osmotische druk door de hypertone oplossing een aanzuigende kant
    4. spontaan van hypotone naar hypertone concontratie van opgeloste stoffen
  • osmose bij planten
    1. eerder hypertoon dan hypotoon
    2. water wordt spontan opgenomen via wortels in de cellen en vacuole
    3. vacuole wordt goed gevuld met water
    4. turgordruk = druk uitgeoefend door het water op de celrand
    5. turgercente cel = plantencel die stevig is
  • actief transport met pompen
    1. moleculen transporteren tegen de concentratiegradiënt in
    2. verbruikt energie ATP
    3. transportproteïnen: transmembraaneiwitten of pomp
  • diffusie (interne en externe ademhaling)
    1. intern: gaswisseling ter hoogte van cellen, opname bloedvat naar cel, afname cel naar bloedvat
    2. extern: gaswisseling ter hoogte van longen, opname O2 longblaasje naar haarvat, afname CO2 haarvat naar longblaasje