Thema 1: Cultuur - Sociologie

Cards (28)

  • Cultuur
    Alles wat door de mens werd gecreëerd (waarden, normen, kennis, ideeën, technieken, kunst …)
  • Taylor
    • Menselijk gedrag bepalen door cultuurkenmerken (niet individueel bepaald)
    • Cultuur is de oorzaak van het handelen (invloed milieu), niet vrije wil (>< filosofen - vrije wil oorzaak menselijk handelen)
    • Determinisme - Cultuur bepaalt ons handelen (alles staat vast, niks zelf bepalen)
    • Agency - Cultuur krijgt vorm doorheen het menselijk handelen (samen mee cultuur bepalen)
  • Kroeber
    • Biologisch - Evolutie: Genetische verandering als aanpassing aan veranderende omgeving
    • Cultureel - Accumulatie: Snelle aanpassing via socialisatie (passen omgeving mee aan ipv enkel hun genetische kenmerken)
    • Gesloten instincten - Genetisch voorgeprogrammeerde reactie op stimuli
    • Open instincten - Flexibele gedragingsneigingen die vorm krijgen via leerprocessen (opties, men moet kiezen → hierdoor mogelijkheid tot cultuur)
  • Kluckholn
    • Cultuur = Antwoord op eisen fysische omgeving
    • Gesloten instincten - Genetisch bepaalde handelingspatronen
    • Open instincten - Algemene neiging binnen context (totstandkoming van cultuur)
    • Ontwikkelen van mythologieën (verklaring zoeken)
  • White
    • Mens = Symbolisch wezen (symbolen, taal)
    • Symbolen - Bepaald object met toegeschreven betekenis, maar valt niet samen met de drager (contextafhankelijk)
    • Symbolen in het dagelijks leven - Hetzelfde object verschillende betekenis bij switching van domein, men switcht constant
  • Zingevingsdomeinen
    • Dromen/ fantasie
    • Wetenschap
    • Ideologie
    • Religie/ mythologie
    • Kunst
  • Cultuur (antropologische definitie)

    Typisch menselijk, gebruik symbolen via sociale leerprocessen (taal als communicatiemiddel + culturele accumulatie)
  • Cultuur (ethologische definitie)

    Niet typisch menselijk, ontstaat wanneer gedragingen via sociale leerprocessen worden overgedragen binnen gemeenschap (dieren kunnen dit ook)
  • Taal
    • Geheel van betekenisvolle tekens en symbolen en hun verbindingen
    • Betekenis is stabiel, contextafhankelijk, verschillen tussen culturen, verschuiven binnen culturen, bepaalt onze percepties
    • Menselijke ervaringen overdragen, mogelijkheid tot delen standpunten, geeft sociaal en gedeeld verleden en toekomst, maakt complex, gedeeld en doelgericht handelen mogelijk
  • Symbool
    Geen intrinsieke band tussen betekenis en drager
  • Teken
    Wel intrinsieke band tussen teken en waar het voor staat
  • Sapir-Whorf Hypothese

    Via taal specifieke manier van denken en waarnemen eigen maken, taal geeft vorm aan de wereld (perceptie door de taal die we hebben)
  • Componenten van cultuur

    • Gedeelde denkbeelden (empirische kennis, existentiële kennis)
    • Waarden en normen
    • Materiële cultuur
  • Verschillen tussen culturen

    • Tijdsperspectief (verleden, heden, toekomst)
    • Relatie met de fysische realiteit (overheersing, harmonie, onderschikking)
    • Relatie met het bestaan (zijn, worden, doen)
    • Relatie van mensen onder elkaar (hiërarchisch, individualistisch, collectief)
  • Cultuurvorming
    1. Nieuw gedragspatroon ontwikkeld op concreet probleem
    2. Groep met hetzelfde probleem zal nieuwe gedrags of denkpatroon overnemen
    3. Verwerven consistentie (altijd dezelfde manier omgaan probleem) + vast onderdeel van cultuur → doorgeven via generaties
  • Niveaus van cultuur

    • Macroniveau (samenleving)
    • Mesoniveau (organisaties, groepen …)
    • Microniveau (vrienden, familie …)
  • Variatie in grote, complexe samenlevingen

    • Subculturen - Overtuigingen die verschillen van de dominante cultuur
    • Tegenculturen - Overtuigingen die zich afzetten tegen de dominante cultuur
  • Cultuur als lens
    • Vanzelfsprekend
    • Confrontatie met andere cultuur = confrontatie met 'iets anders'
  • Etnocentrisme
    Vreemde cultuur beoordelen en evalueren met eigen cultuur als maatstaf
  • Cultuurrelativisme
    Culturen zijn niet meer- of minderwaardig (eigen aanpassingswijze aan omgeving)
  • Etniciteit
    Groepen mensen die afkomst en dus cultuur delen
  • Barth
    • Etniciteit - Vorm van sociale organisatie (structureel organiseren van groep)
    • Cultuur - Inhoud om verschillen tussen groepen aan te duiden (waarden, normen, denkbeelden → symbolisch)
    • Grenzen tussen etniciteit kunnen verscherpen, vervagen of verschuiven (bij contact andere culturen)
    • Afbakening grenzen bij interetnische contacten: Definiëren sociale grenzen + afbakening essentiële cultuurkenmerken → Gevolgen - essentialiseren, labelling of dichotomisering (wij-zij denken)
    • Minderheidsgroep - Eigenheid benadrukken + integraal onderdeel van de dominante samenleving (sociale mobiliteit bereiken)
    • Meerderheidsgroep - Zichzelf als anders definiëren (eigen rechten beschermen) + inclusieve kijk waarbij minderheden ondubbelzinnig deel uitmaken samenleving
  • Cultuur = typisch menselijke eigenschap
  • Cultuur is aangeleerd (communicatie via taal)
  • Cultuur is kenmerkend voor een groep
  • Cultuur is gedifferentieerd: subculturen en tegenculturen
  • Cultuur heeft verschillende componenten: essentie: gedeelde denkbeelden en overtuigingen
  • Cultuur heeft verschillende dimensies