5.2

Cards (14)

  • Houtvaten
    Vervoeren vooral water en zouten van de wortels via de stengels naar de bladeren (anorganische sapstroom)
  • Bastvaten
    Vervoeren water en assimilatieproducten van de bladeren naar alle delen van de plant (organische sapstroom)
  • Opname van water en mineralen
    1. Via wortelharen
    2. Diffusie via de schors naar de endodermis
    3. Actief transport door celmembraan van endodermiscellen naar centrale cilinder
    4. Osmose naar centrale cilinder
  • Bandje van Caspary
    Impermeabel (ondoordringbaar) voor water en mineralen in celwanden van endodermiscellen
  • Worteldruk
    Osmotische waarde in centrale cilinder hoger dan in schors, waardoor water met opgeloste mineralen omhoog stijgt in houtvaten
  • Waterpotentiaal
    Ψw= Ψs+ Ψp (osmotisch potentiaal + drukpotentiaal)
  • Water beweegt van een hogere waterpotentiaal naar een lagere waterpotentiaal
  • Oplossingen in levende cellen hebben een negatieve waterpotentiaal ten opzichte van zuiver water
  • Stijgende sapstroom in houtvaten
    1. Verdamping van water uit bladeren
    2. Capillaire werking in nauwe houtvaten
    3. Verschil in waterpotentiaal tussen uiteinden houtvaten
  • Verdampingsstroom
    Onderdruk boven in houtvaten door verdamping, waardoor water wordt gezogen
  • Regeling van de verdamping
    1. Openen en sluiten van huidmondjes door turgorveranderingen in sluitcellen
    2. Afhankelijk van watertekort, licht en CO2-gehalte
  • Worteldruk speelt bij naaldbomen en loofbomen in zomer een geringe rol, opwaartse transport vooral door verdamping
  • Bastvaten
    Transporteren organische producten van fotosynthese, vooral suiker (sacharose)
  • Transport in bastvaten

    1. Van suikerbron (bladeren, stengels) naar plaatsen waar suiker nodig is of wordt opgeslagen
    2. In voorjaar via houtvaten in plaats van bastvaten