Vocabulaire module 3

Subdecks (1)

Cards (243)

  • approvisionnement
    bevoorrading, voorziening
  • cible
    doel, doelwit
  • denrée alimentaire
    levensmiddel, voedingsmiddel
  • développement
    ontwikkeling, groei
  • déversement
    storting, lek, dumping, lozing
  • gestion
    beheer, management
  • ressortissant
    onderdaan, burger, staatsburger
  • ressource
    middel, hulpbron, grondstof
  • toxique
    toxisch, giftig
  • engloutir

    opslokken, verzwelgen
  • au sein de
    in het midden van, binnen
  • amélioration

    een verbetering
  • axe
    een as
  • barre
    een staaf, een lat
  • chute
    een val
  • colonne
    een kolom
  • consolidation
    een versterking, een versteviging
  • courbe
    een curve
  • creux
    een dip, een inzinking
  • déclin
    de achteruitgang, de terugval
  • diagramme
    een diagram, een grafiek
  • écart

    een kloof, een verschil, een afwijking
  • effondrement
    een ineenstorting
  • exercice

    een boekjaar ; een oefening
  • explosion
    een explosieve toename
  • flambée
    een plotse, hevige stijging
  • fluctuation
    een schommeling
  • graphique
    een grafiek
  • maintien
    een behoud
  • oscillation

    een schommeling
  • plancher
    een dieptepunt
  • recul
    een achteruitgang
  • redressement
    een heropleving
  • reprise
    een heropleving, een herstel
  • sommet
    een top
  • source
    een bron
  • accueillir
    onthalen, verwelkomen
  • affirmer
    stellen, bevestigen
  • céder

    zwichten ; afstaan
  • combler
    dichten, vullen