Ak 6.3

Cards (12)

  • Invloed van de zee in het Holoceen
    1. Transgressie - Zee rukt snel landinwaarts op
    2. Regressie - Kustlijn schuift weer de andere kant op
    3. Rond 800 n.Chr. - Zee weer helemaal terug
    4. Jonge zeeklei afgezet in kustgebied Noord- en Zuidwest-Nederland
  • Getijdenwerking
    1. Tijdens vloed - Water staat even stil, slibdeeltjes zakken naar beneden
    2. Tijdens eb - Zee niet krachtig genoeg om slibdeeltjes mee te nemen, nieuwe laagje afgezet
    3. Gebied stroomt zelden meer over, raakt begroeid (kwelder)
  • Terpen
    • Kunstmatige heuvels opgeworpen door bewoners met grond en afval
    • Eerste terpen klein, moesten steeds worden opgehoogd
    • Hoogste terp Hogebeintum in Friesland: 8,8 m hoog
  • Bedijking
    1. Rond 1000 n.Chr. - Eerste dijken gebouwd
    2. Defensief als bescherming tegen zee
    3. Na 1300 - Dijken aangelegd om land te winnen op zee
    4. Buitendijks land - Aanslibbing gewoon verder
    5. Binnendijks land - Nieuwe kwelders ingedijkt
  • Zeekleipolder
    Polder ontstaan door bedijken van kwelder, gemiddeld 1-2 m boven NAP
  • Blokverkaveling
    • Rechthoekige, vierkante of onregelmatige kavels op vruchtbare kleigronden
  • Opstrek
    Boeren recht om nieuw ingepolderd land in bezit te nemen als hun land eraan grensde
  • Kwelderwerken
    Rijen houten palen met daartussen wilgentakken in Waddenzee, versnelde aanslibbing
  • Kwelderwerken tegenwoordig niet meer uitgevoerd om land aan te winnen, opgeslibde kwelders zijn natuurgebieden
  • Veenontginningen
    1. Vanaf ontginningsbasis - Boerderijen, brede waterloop (wetering) parallel, sloten in lengterichting
    2. Eerst akkerbouw, later veeteelt door inklinking en veenoxidatie
    3. Tegenwoordig op of net onder zeespiegel, omringd door dijken met kunstmatige waterstand
  • Turfwinning
    1. Natte veenbagger naar boven gehaald, gedroogd op legakkers
    2. Petgaten en legakkers, golven spoelden zachte veen weg
  • Droogmakerijen
    1. Ringdijk met ringvaart aangelegd, water weggepompt met windmolens, stoomgemalen, elektrische gemalen
    2. Liggen gemiddeld 3-5 m onder NAP, op plek waar veen is weggeslagen of afgegraven