CR15

Cards (71)

  • het verband = le bandage
  • de pil = le comprimé
  • het lichaam = le corps
  • de dokter = le docteur
  • de verpleger, de verpleegster = l'infirmier, l'infirmière
  • de pijnstiller = le médicament, antidouleur
  • de zalf = la pommade
  • pijn hebben aan = avoir mal à (+ partie du corps)
  • bewegen = bouger
  • onderzoeken = examiner
  • opheffen = lever
  • plooien = plier
  • zich kwetsen aan = se blesser à (+ partie du corps)
  • breken = se casser (+ partie du corps)
  • hoesten = tousser
  • behalve dat / daarnaast = à part ça
  • Veel beterschap! = Bon rétablissement
  • in topvorm zijn = être en pleine forme
  • verkouden zijn = être enrhumé
  • zwak zijn = être faible
  • moe zijn = être fatigué
  • het hart = le coeur
  • de vinger = le doigt
  • de rug = de dos
  • de neus = le nez
  • het oog / de ogen = l'oeil (m) / les yeux
  • de teen = l'orteil (m)
  • de voet = le pied
  • de buik = le ventre
  • het aangezicht = le visage
  • de mond = la bouche
  • de tand = la dent
  • de schouder = l'épaule
  • de keel = la gorge
  • de hand = la main
  • de nek = la nuque
  • het oor = l'oreille (f)
  • de borstkas = la poitrine
  • het hoofd = la tête
  • de astma = l'asthme (m)