hoofdstuk 1

• Experimentele Psychologie


  Wetenschappelijke discipline binnen psychologie die gedrag bestudeert door gebruik te maken van experimentele methode
• File Drawer Effect


  Vertekening in wetenschappelijke literatuur, ontstaan door dat positieve resultaten wel gepubliceerd worden maar negatieve niet (experiment telkens opnieuw tot significant resultaat en enkel dit resultaat publiceren)
• Functionele Modulariteit


  Aanname binnen cognitieve neuropsychologie dat cognitieve systeem bestaat uit veel onafhankelijke modules met elk domeinspecificiteit (= modules reageren op één specifieke klasse van stimuli)
• General Problem Solver


  Computerprogramma dat gestructureerde problemen kan oplossen
• Hardware


  Elektronische circuits die basis vormen van computationele operaties die computer uitvoert + metafoor voor menselijke hersenen waar software op draait
• Hit Rate


  Proportie correcte identificaties van een doelstimulus
• Immissie theorie


  Theorie die beschrijft hoe door objecten weerkaatst licht door het oog wordt opgevangen (passief)
• Informatie


  De hoeveelheid onzekerheid die weggenomen wordt door communicatie
• Klassieke conditionering


  Door associatie geconditioneerde stimulus koppelen aan ongeconditioneerde stimulus
• Machine Learning Algoritmes


  Computerprogramma's gebasseerd op neurobiologische principes / neurale netwerk proberen complexe patronen te herkennen
• Neurale / connectionistische netwerken


  Vorm computationeel model gebaseerd is op neuronale principes, bestaat uit knopen en verbindingen tussen deze knopen
• Knopen


  Variabelen die bepaalde activatiewaarde kunnen aannemen + representeren artificiële neuronen
• Non-Invasief


  Meettechniek waarbij men lichaam niet hoeft binnen te dringen
• Nulhypothese


  Assumptie dat uitkomsten in twee of meer condities niet van elkaar verschillen
• Additieve factorenmethode


  Slechts één taak die beroep doet op alle cognitieve processen waar onderzoeker in geïnteresseerd is
• Aftrekbaarheid


  Geen nieuwe modules ontwikkelen ter compensatie van een beschadigde module
• Anatomische modulariteit


  Iedere functionele module is gelokaliseerd in een specifiek gebied in de hersenen
• Associaties


  Vorming van nieuwe gedachte door het combineren van waarnemingen of het combineren van waarnemingen met reeds bestaande gedachten
• Associativisme


  Oud Griekse filosofische stroming die stelt dat de geest bestaat uit sensaties en ideeën die worden georganiseerd door associaties
• Back-propagation


  Techniek om taakprestatie van neurale netwerken te verbeteren door de gewichten van verbindingen tussen knopen in netwerk aan te passen
• Bit


  Basiseenheid van informatie (basis voor digitale informatieverwerking) < Shannon
• Bottom-up verwerking


  Vorm van informatieverwerking die gestuurd wordt door de eigenschappen van de stimulus
• Cognitief gedragsonderzoek


  Gedragsexperimenten onder gecontroleerde omstandigheden uitgevoerd bij gezonde proefpersonen
• Cognitieve architecturen


  Klasse van computationele modellen die trachten een algemene beschrijving van de menselijke cognitie als geheel te geven (vb: Adaptive Control of Thought-Rational model)
• Cognitieve Neuropsychologie


  Wetenschappelijke discipline die cognitieve functies probeert te verklaren vanuit gedragsveranderingen die optreden tgv hersenbeschadigingen
• Cognitieve neurowetenschappen


  Wetenschappelijke discipline die relatie tussen hersenen en gedrag onderzoekt door hersenactivatie te bestuderen tijdens uitvoering van cognitieve taken
• Cognitieve psychologie


  Wetenschappelijke discipline die op basis van gedragsstudies probeert inzicht te krijgen in cognitieve functies + nadruk op vermogen kennis- en informatieverwerking
• Complexiteit


  Wiskundig uitgedrukt als de mate waarin een reeks instructies gecomprimeerd kan worden
• Computationele modellen


  Computermodellen die cognitieve processen van mensen zo nauwkeurig mogelijk proberen te benaderen
• Computermetafoor


  Benadering binnen de cognitieve psychologie waarin de computer model staat voor de menselijke informatieverwerking
• Convergerende operaties


  Benadering waarbij verschillende methodes allemaal convergeren naar een zelfde conclusie
• Dissociatie


  In cognitieve neuropsychologie: observatie dat een laesie één functie wel en een andere functie niet aantast
• Dubbele dissociatie


  Vergelijken van twee patiënten met verschillende stoornissen ontdekken dat er twee verschillende cognitieve modules zijn
• Einstellung


  Fenomeen dat we relatief slecht zijn in oplossen van eenvoudige problemen wanneer we zijn ingesteld op complexe problemen
• Embodied Cognition / Belichaamde cognitie


  Idee dat menselijke cognitie onlosmakelijk verbonden is met het functioneren van het lichaam + stelt
• Entropie


  De mate van onzekerheid in een systeem
• Ethologie


  Wetenschappelijke studie van het gedrag van dieren
• Genetisch algoritme


  Aantal varianten van netwerk met random gewichten gemaakt, variant die het beste presteert tijdens training gebruikt als basis voor volgende generatie netwerken
• Psychofysiologie


  Studie van de relatie tussen fysiologie (hersenen of lichaam) en psychologische processen (cognitie)
• Psychologische Functieleer


  Cognitieve psychologie die het belang van menselijk functioneren te benadrukt – Bert Duijker (psychologische functies)