W17

Cards (44)

  • Zenuwstelsel
    Bestaat uit 2 onderdelen: het centrale zenuwstelsel en zenuwen
  • Centrale zenuwstelsel
    • Grote hersenen
    • Kleine hersenen
    • Hersenstam
    • Ruggenmerg
  • Zenuwen

    Verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen
  • Functies van het zenuwstelsel
    • Organen op elkaar afstemmen wanneer het lichaam in beweging komt
    • Regulatie en coördinatie van vegetatieve stelsels
    • Bewust reageren op de wereld om je heen
    • Coördinatie psychische functies
  • Hoe het zenuwstelsel werkt
    1. Zintuigcellen ontvangen een bepaalde prikkel
    2. Door de invloed van een prikkel ontstaan impulsen
    3. De impulsen worden naar je hersenen geleid, waar ze verwerkt worden
    4. De hersenen geven nieuwe impulsen af
    5. De nieuwe impulsen worden door zenuwen naar spieren/speekselklieren geleid
  • Zenuwcel
    Opgebouwd uit een cellichaam en uitlopers
  • Onderdelen van een zenuwcel
    • Cellichaam bevat een celkern
    • Uitlopers zorgen ervoor dat impulsen worden voortgeleid
  • Myelineschede
    Omgeeft de uitlopers, bestaande uit cellen van Schwann
  • Dendriet
    Uitloper die impulsen ontvangt en naar het cellichaam toe leidt
  • Neuriet (axon)

    Uitloper die impulsen ontvangt en van het cellichaam afleidt
  • Typen zenuwcellen
    • Gevoelszenuwcellen
    • Bewegingszenuwcellen
    • Schakelcellen
  • Gevoelszenuwcellen

    Geleiden impulsen van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
  • Bewegingszenuwcellen
    Geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren en klieren
  • Schakelcellen
    Geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel, verbinden elkaar, verbinden ook uitlopers van de twee andere typen zenuwcellen
  • Zenuw
    Duizende uitlopers liggen bij elkaar, omgeven door een dun laagje bindweefsel
  • Typen zenuwen
    • Gevoelszenuwen
    • Bewegingszenuwen
    • Gemengde zenuwen
  • Gevoelszenuw
    Alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuw
    Alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
  • Gemengde zenuw

    Uitlopers van gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
  • Ruggenmerg
    Ligt in het wervelkanaal, een opening in de wervels
  • Onderdelen van het ruggenmerg
    • Grijze stof bevat de cellichamen van schakelcellen en van bewegingszenuwcellen
    • Witte stof bevat veel uitlopers, de witte kleur wordt veroorzaakt door het isolerende laagje om de uitlopers heen (myelineschede)
  • Ruggenmergzenuw knopen

    Opeenhoping van cellichamen van gevoelszenuwcellen in gevoelszenuwen
  • Alles of niets-principe
    Het omzetten van een prikkel in een impuls
  • Prikkeldrempel
    Bij een heel zwakke prikkel kan de zenuwcel het verschil in elektrische lading handhaven
  • Impulssterkte
    De grootte van de verandering die optreedt in de elektrische lading van de celmembraan
  • Impulsfrequentie
    Het aantal impulsen dat per tijdseenheid door een zenuwcel wordt voortgeleid
  • Sprongsgewijze impulsgeleiding
    Wanneer een uitloper een myelineschede heeft, kan er alleen bij de insnoeringen transport plaatsvinden. De impuls springt van insnoering naar insnoering
  • Hersenstam
    Geleidt impulsen van het ruggenmerg naar grote en kleine hersenen, van het hoofd naar de hals, grote en kleine hersenen, en naar klieren en spieren
  • Hersenstam
    Stuurt ook de hartslag, ademhaling, bloeddruk en temperatuur van het lichaam aan
  • Grote hersenen
    Bestaan uit twee helften, zijn sterk opgeplooid. In de hersenschors ligt de grijze stof, in het binnenste gedeelte ligt de witte stof
  • Kleine hersenen
    Bestaan uit twee helften, niet tot weinig geplooid. In de hersenschors ligt de grijze stof, in het binnenste gedeelte ligt de witte stof
  • Hersencentra
    Hier liggen de cellichamen van schakelcellen
  • Typen hersencentra
    • Gevoelscentra
    • Bewegingscentra
  • Kleine hersenen
    Zorgen ervoor dat je lichaamsbewegingen op elkaar zijn afgestemd (Coördinatie)
  • Bewuste reactie

    Een beweging die je maakt door erbij na te denken
  • Reflex
    Een vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel
  • Hoe een reflex werkt
    1. Door een prikkel ontstaan impulsen
    2. Deze worden via zenuwcellen naar andere zenuwcellen geleid
    3. De impulsen worden doorgeleid naar spieren of klieren en zo maak je de beweging
  • Reflexboog
    De weg die impulsen bij een reflex afleggen
  • De functie van schakelcellen=
    Impulsen binnen het centrale zenuwstelsel geleiden.
  • De functie van gevoelszenuwcellen=
    Impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel geleiden.