betekenissen van testen

Cards (29)

  • #1 oftalmoscopie

    • Screening om zeker te zijn dat er geen pathologie aanwezig is
    • Bij de minste twijfel van een onregelmatigheid moet de optometrist doorverwijzen naar een oogarts
  • #3 habituele horizontale forie voor ver #15A en #15B #13A Habituele ... #8 Geïnduceerde horizontaleforievoor ver #13B
    • Meet de tonische innervatie van een spier op een bepaalde afstand
    • Om de relatieve horizontale positie van de visuele assen van de ogen te bepalen als de fusie verbroken is
    • Exo -> onderconvergentie -> ogen lijnen af naar buiten
    • Eso -> overconvergentie -> ogen lijnen af naar binnen 
    • Ortho -> ogen lijnen evenwijdig af
  • #4 statische skiascopie, beweging achterliggende

    • Brandpunt op netvlies -> oplichting
    • Brandpunt voor netvlies (myopie) -> tegen 
    • Brandpunt achter netvlies (hypermetropie) -> mee
  • #4 statische skiascopie, betekenis

    • Objectieve refractie voor ver
    • Startpunt voor subjectieve refractie 
    • Voorschrift bij mensen bij wie een subjectieve refractie onmogelijk is
    • Jonge kinderen
    • Mensen met een mentale beperking
    • Mensen met communicatieproblemen
  • #5 dynamische skiascopie op 50cm
    • Visueel probleem voor nabij vaststellen
    • Vaststellen van plusaanvaarding
    • #5 vergelijken met #4
    • Goede plusaanvaarding als #5 ruim 1.00 D positiever is dan #4
  • #6 dynamische skiascopie op 1m

    Visueel probleem op tussenafstand vaststellen
  • test van parein, extra info
    Nevelen zorgt ervoor dat het interval van Sturm volledig voor het netvlies ligt (samengesteld myoop astigmatisme)
    De zwakst gekromde meridiaan zal een brandlijn vormen dichtst bij het netvlies
    Deze lijn wordt dus zwarter
    Loodrecht daarop bevindt zich dus de as
  • effect bij rood/groen test
    • Emmetroop oog ziet de letters in het rode en groene vlak ongeveer even goed
    • Bij hypermetroop schuift het brandpunt naar achter en komt groen dichter bij het netvlies te liggen
    • Bij myopie schuift het brandpunt naar voor en komt rood dichter bij het netvlies te liggen.
  • controleren van de refractie
    • Groen beter -> Verbetering iets positiever maken om brandpunt op het netvlies te krijgen
    • Rood beter -> Verbetering iets negatiever maken om brandpunt op het netvlies te krijgen
    • Rood = groen -> Ideale correctie
  • #7 subjectieve refractie, betekenis

    • De refractieve status voor ver door gebruik te maken van subjectieve criteria
    • De totale refractietoestand van het oog bepalen door compensatie van de refractiefout
  • #8 geïnduceerde horizontale forie voor ver

    Belangrijk om te vergelijken met het resultaat van #3 om na te gaan wat de impact is van #7 op de forievoor ver
    • + -> meer exo
    • - -> meer eso
  • #9 werkelijke adductie voor ver, betekenis

    • De blur staat voor het punt waarop de patiënt de door de prisma’s veroorzaakte netvliesdispariteit niet langer kan compenseren met behoud van een stabiele accommodatie
    • De blur geeft de limiet aan van de beschikbare positieve fusionele convergentie reserve
    • Door de BO-prisma’s gaan de ogen convergeren terwijl de accommodatie behouden blijft op dezelfde afstand. De blur ontstaat wanneer de accommodatie de inhibitie niet meer kan volhouden. ->Relatie tussen accommodatie en convergentie
  • #10 convergentie voor ver, betekenis break

    • Reserve van de totale convergentie voor ver met activatie van accommodatie
    • Meet de totale hoeveelheid fusionele en accommodatievevergentie
    • Het punt waarop de patiënt met gebruik van al zijn convergentie niet langer enkel zicht kan behouden
  • #10 convergentie voor ver, betekenis recovery

    • Limiet van de fusie op afstand
    • Het punt tot waarop de veroorzaakt netvlies dispariteit is afgenomen zodat de patiënt toegang kan krijgen tot het vergentiesysteem en weer enkelvoudig zicht kan krijgen
    • Belangrijke indicator voor visuele efficiëntie
  • #11 abductie voor ver, betekenis break
    #17B negatieve fusiereserve
    • De limiet van het totale divergentievermogen van de ogen is bereikt, waardoor diplopie ontstaat
    • De totale hoeveelheid van fusionele en accommodatievevergentie
    • De ogen keren terug naar hun passieve positie = forie
  • #11 abductie voor ver, recovery

    • Door een terugkeer van de negatieve fusionele vergentie is er terug enkelvoudig zicht
    • De limiet van de fusie op afstand
    • Belangrijke indicator voor visuele efficiëntie
  • #12 verticale forie-en ductietest, betekenis

    forie
    • Bepalen van de relatieve verticale positie van de visuele assen voor ver als fusie verbroken wordt
    ductietest
    • Verticale fusiereserves
  • #14A gedissocieerde kruiscilindertest voor nabij, betekenis

    1. Meet de hoeveelheid accommodatie vrij van convergentie op 40 cm
    2. Meet de intensiteit en de verslechtering van het visueel patroon
    3. Meet de graad van structuratie van het visueel patroon 
    4. Meet of een visueel probleem al dan niet recent is (visueel probleem gaat altijd evolueren)
    5. Meting van de anisometropie voor nabij
  • #15A geïnduceerde horizontale forie door #14A

    • Meet de tonische innervatie van een spier op een bepaalde afstand
    • Om de relatieve horizontale positie van de visuele assen van de ogen te bepalen als de fusie verbroken is
    • Exo -> onderconvergentie -> ogen lijnen af naar buiten
    • Eso -> overconvergentie -> ogen lijnen af naar binnen 
    • Ortho -> ogen lijnen evenwijdig af
  • #14B gefusioneerde kruiscilindertest voor nabij

    • Meet de hoeveelheid accommodatie vrij van convergentie op 40 cm onder gefusioneerde omstandigheden
    • Meet de graad van structuratie van het visueel patroon
    • Controlelens voor nabijtesten bij aanwezigheid van een lage amplitude (-> test de refractie voor nabij)
  • #15B geïnduceerde horizontale forie door #14B

    • Meet de tonische innervatie van een spier op een bepaalde afstand
    • Om de relatieve horizontale positie van de visuele assen van de ogen te bepalen als de fusie verbroken is
    • Exo -> onderconvergentie -> ogen lijnen af naar buiten
    • Eso -> overconvergentie -> ogen lijnen af naar binnen 
    • Ortho -> ogen lijnen evenwijdig af
  • #16A positieve relatieve convergentie

    • De blur staat voor de hoeveelheid fusiereverse diebeschikbaar is voor nabij
    • De blur staat voor het vermogen van het organisme om te tolereren dat de convergentie dichterbij gebracht wordt terwijl de accommodatie gelijk blijft. Als er over delimiet gegaan wordt, resulteert dit in een stimulatie van de accommodatie en dit leidt tot wazig zicht
  • #16B positieve fusiereserve, betekenis break

    • Alle vergentie is opgebruikt waardoor diplopie ontstaat
    • De totale hoeveelheid van acommodatieve en fusionelevergentie van het visueel systeem
  • #16B positieve fusiereserve, recovery

    • Het punt waarop het vergentiesysteem terug in werking treedtom terug enkelvoudig zicht te bekomen
    • Belangrijke indicator voor visuele efficiëntie 
  • #17A negatieve relatieve convergentie, betekenis

    • Limiet van de negatieve fusionele convergentie
    • Op dit punt moet de accommodatieve convergentiebijtreden
    • De accommodatie gaat relaxeren
  • #18 Verticale forie- en ductietest voor nabij, betekenis

    Forietest
    • Bepalen van de relatieve verticale positie van de visuele assen voor nabij als fusie verbroken wordt
    Ductietest
    • Verticale fusiereserves
  • #19 Accommodatie amplitude

    • Meting van de bescherming tegen veroudering
    • Meting van de totale capaciteit van het accommodatievermogen
  • #20 Positieve relatieve accommodatie

    • Min lens limiet
    • Maximale stimulatie van de accommodatie
  • #21 Negatieve relatieve accommodatie, betekenis

    • Plus lens limiet
    • Maximale inhibitie van de accommodatie