1. DNA & RNA in de celkern
2. RNA komt in het ER terecht
3. Ribosomen op het ER maken eiwitten van RNA
4. Eiwit wordt in de juiste vorm gevouwen in het golgi-apparaat
5. Eiwit kan in de cel zelf gebruikt worden of in een blaasje verpakt naar het celmembraan gaan en naar buiten worden getransporteerd