Wiskunde 3de trimester H15

Cards (18)

  • Soorten diagrammen: staafdiagram, cirkeldiagram, strookdiagram, dotplot, lijngrafiek, histogram, frequentiepolygoon ( verkrijg je wanneer je staaf met staaf verbindt )
  • cfi: De cumulatieve absolute frequentie is het aantal keren dat een gegeven kleiner dan of gelijk is aan xi.
  • crfi(%): De cumulatieve relatieve frequentie in procent is het procentueel aandeel van de gegevens die kleiner dan of gelijk zijn aan xi
  • mediaan: Bij een oneven aantal getallen, na het sorteren van klein naar groot, is de mediaan het getal dat precies in het midden van de lijst staat; bij een even aantal getallen is het de gemiddelde waarde van de twee middelste getallen. 
  • gemiddelde: alle cijfers optellen en dan gedeeld door aantal cijfers doen.
  • variatiebreedte: verschil tussen maximum en minimum
  • mediaan = tweede kwartiel
  • 1ste helft: eerste kwartiel
  • 2de helft: derde kwartiel
  • interkwartielafstand: verschil tussen derde en eerste kwartiel
  • Dit noemt men een boxplot
  • verschil van onderlinge gegevens: variantie en standaardafwijking
  • [20, 30[ is een klasse. 20 is de ondergrens en behoort tot de klasse. 30 is de bovengrens en behoort niet tot de klasse. 10 is de klassebreedte ( bovengrens - ondergrens ).
  • ogief: een lijngrafiek met cumulatieve frequenties
  • modus: getal dat het meest voorkomt
  • modale klasse: hetzelfde als modus maar dan bij gegroepeerde gegevens
  • Dit is een symmetrische verdeling
  • Dit is een scheve verdeling