Soorten diagrammen: staafdiagram, cirkeldiagram, strookdiagram, dotplot, lijngrafiek, histogram, frequentiepolygoon ( verkrijg je wanneer je staaf met staaf verbindt )
cfi: De cumulatieve absolute frequentie is het aantal keren dat een gegeven kleiner dan of gelijk is aan xi.
crfi(%): De cumulatieve relatieve frequentie in procent is het procentueel aandeel van de gegevens die kleiner dan of gelijk zijn aan xi
mediaan: Bij een oneven aantal getallen, na het sorteren van klein naar groot, is de mediaan het getal dat precies in het midden van de lijst staat; bij een even aantal getallen is het de gemiddelde waarde van de twee middelste getallen.
gemiddelde: alle cijfers optellen en dan gedeeld door aantal cijfers doen.
variatiebreedte: verschil tussen maximum en minimum
verschil van onderlinge gegevens: variantie en standaardafwijking
[20, 30[ is een klasse. 20 is de ondergrens en behoort tot deklasse. 30 is de bovengrens en behoortniet tot deklasse. 10 is de klassebreedte ( bovengrens - ondergrens ).
ogief: een lijngrafiek met cumulatieve frequenties
modus: getal dat het meest voorkomt
modale klasse: hetzelfde als modus maar dan bij gegroepeerde gegevens