embryonale ontwikkeling

• migratie


  van plaats veranderen
• proliferatie


  snel vermenigvuldigen van cellen
• differentiatie


  veranderen van vorm
• ectoderm


  -> door neurulatie ontstaat de neurale buis -> hierdoor ontstaat ZCS

  • gehoor
  • evenwichtsorgaan
  • ooglens
  • retina
  • perifeer zenuwstelsel
  • weefsels en organen in contact met buitenwereld: epitheel van zintuigorganen (vb. oog, oor en neus), nagels, zweet, talgklieren, glazuur van tanden
• mesoderm


  volgende organen en weefsels zijn van mesodermale oorsprong

  • bindweefsel
  • kraakbeen en beenweefsel
  • glad en dwarsgestreept spierweefsel
  • bloed- en lymfevaten
  • het hart
  • bloed- en lymfecellen
  • urogenitaal stelsel (urinewegen, nieren, voortplantingssystemen)
  • peritoneum (buikvlies)
• mesenchym


  gevormd door neurale luist cellen en mesoderm

  hieruit ontstaan bindweefsel van de oogbol en orbita
• endoderm


  binnenste kiemblad van embryo groeit uit tot:

  • spijsverteringsstelsel (darm)
  • lever
  • pancreas
  • schildklier, bijschildklier, thymus
  • ademhalingsstelsel (luchtpijp, longen)
• hersenen


  in de kopstreek van de neurale buis ontwikkelen 3 blaasjes -> ontstaan later de hersenen uit:

  • vooraan: het prosencephalon
  • centraal: het mesencephalon
  • achteraan: het rhombencephalon

  rest van de neurale buis -> wordt het ruggenmerg

  2 van de 3 blaasjes gaan zich verder splitsen
• waarin splitst het prosencephalon?

  • telencephalon (eindhersenen= cerebrum= grote hersenen)
  • diencephalon (tussenhersenen)
• waarin splitst het mesencephalon?

  de middenhersenen splitsen niet
• waarin splitst het rhombencephalon?

  • metencephalon (achterhersenen)
  • myelencephalon (verlengde merg)
• inductie


  de invloed die 1 ontwikkelde structuur heeft op een andere, sommige structuren gaan zich niet ontwikkelen tot er een andere structuur is ontwikkeld

  vb. de lens gaat zich enkel ontwikkelen als de oogblaasje aanwezig is,

  vb. de cornea ontstaat door ontwikkeling van de lens
• choroidea


  Het mesenchym dat de choriocapillaris vormt, moet in contact staan met het zich ontwikkelende retinaal pigment epitheel om te kunnen differentiëren. Bloedvaten beginnen te verschijnen tijdens de tweede maand van de ontwikkeling.
• wat wordt er gevormd in week 3?

  het driebladig kiemschijf
• gastrulatie


  =vorming van het 3de kiemblad

  = vorming mesoderm
• wat gaat er met het 2-bladig ronde kiesmschijf gebreuren?

  deze wordt langwerpig volgens de lengte-as
• primitieve streep


  in het caudaal (waar staartbeen komt) gedeelte van de epiblast, wordt een ondiepe groeve gevormd
• primitieve knop


  aan de craniale (richting de schedel, hersenen) uiteinde is de groeve breder geworden
• mesodermcellen

  stulpen zich in langs de primitieve streep, verspreiden zich lateraal en richting de craniaal tussen de epiblast en hypoblast
• naar waar migreren de cellen van de epiblast zich?

  naar de primitieve streep
• wat doen de epiblastcellen als ze aankomen aan de primitieve streep?

  ze maken zich los van de epiblast en draaien naar binnen -> invaginatie
• wat gebeurt er door de invaginatie?

  (epiblastcellen maken zich los van de epiblast en draaien naar binnen)

  epiblastcellen komen hierdoor tussen de hypoblast en epiblast

  => dit vormt het 3de kiemblad: de mesoblast of mesoderm
• wat gebeurt er met de epiblastcellen?


  een deel van de epiblastcellen gaan:

  • tussen de epiblast en hypoblast komen => mesoderm
  • verplaatst naar de hypoblast => endoderm
  • blijft in de epiblast => ectoderm
• chorda-uitsteeksel


  = wordt gevormd door cellen die langs de primitieveknop invagineert migreren craniaalwaarts => chroda ontstaat
• wat is de chroda?

  de basis voor ontwikkeling van het axiaal skelet