CR Hoorcollege 6

Cards (19)

  • Bloedcirculatie
    Systemisch deel (organen) en pulmonair deel (longen)
  • Hart
    • Pompt stootsgewijs bloed door het lichaam
    • Drukverschillen in de aorta (120/80) verschillen minder dan in het linker hartventrikel (120/8)
  • Polsdruk
    Het verschil tussen de systolische druk en de diastolische druk
  • Factoren die bijdragen aan de druk in de circulatie
    • Zwaartekracht
    • Compliantie van de vaten
    • Viscositeit
    • Inertia
  • Wat is de invloed van zwaartekracht op de bloeddruk?
    • Bloeddruk in benen en voeten is hoger doordat een hele vloeistofkolom erop drukt
  • Compliantie van de vaten
    • Bij een stuggere wand zal bloeddruk hoger oplopen.
    • Elastische vezels, collageen vezels en glad spierweefsel.
    • Elastische vezels zorgen ervoor dat de wand weer terugveert. In de aorta en andere grote arteriën zitten veel elastische vezels.
    • In de weerstandsvaten (arteriolen en precapillaire sphincters)zit juist weer veel glad spierweefsel om te reguleren.
    • Collageenvezels zorgen voor dat de wand niet kan scheuren
    • In de aorta zit ook veel collageen
    • De grote arteriën zorgen ervoor dat er een continue stroom van bloed is (windketeleffect)
  • Mean arterial blood pressure (MAP)

    Formule: MAP = (CO × SVR) + CVP
  • Bloedstroom
    Formule: Q=Δ𝑃/𝑅
  • Als de weerstand (R) tegen de bloedstroom groter is, zal de bloedstroom (Q) afnemen
  • Arteriolen
    • Hoog-resistente vaten die de verspreiding naar de verschillende capillaire bedden reguleren
    • Het gladde spierweefsel kan ontspannen (vasodilatie) of aanspannen (vasoconstrictie)
  • Als je inspanning gaat leveren neemt de totale weerstand af
  • Baroreflex
    • Een homeostatische mechanisme van je lichaam om MAP op constante levels te houden
    • Korte termijn
    • Negatieve feedback loop
    • Baroreceptoren zitten op dezelfde plek als de chemoreceptoren van de ademhaling--> aortaboog en halsslagader
    • Als je bloeddruk te hoog is, zul je je sympathicus remmen en parasympathicus stimuleren
  • Capillairen
    • Filtratie: de hydrostatische druk perst water tussen de endotheelcellen en hierdoor treedt er water uit
    • Reabsorptie: de colloid osmotische druk (de druk die veroorzaakt wordt door de eiwitten in het bloed) zuigt het water weer aan in de venen
    • Bij hartfalen is de hydrostatische druk hoger in de venen en blijft er dus meer water achter dan dat eruit stroomt--> oedeemvorming
  • Regulatie van arteriole SVR kan worden verdeeld in 3 categorieën:
    1. Neurale controle
    2. Hormonale controle
    3. Lokale controle
  • Als het drukverschil (Δ𝑃) tussen twee punten in een bloedvat groter is, zal de bloedstroom (Q) toenemen
  • Regulatie van de bloeddruk
    Je bloeddruk wordt vooral regelt door je CO en vaatweerstand aan te passen
  • Hypoxie leidt in het lichaam tot vasodilatatie en in de longen tot vasoconstrictie
  • Myogene reflex: als de bloeddruk te hoog wordt, gaan de rekgevoelige ionkanalen open en zorgen voor vasoconstrictie om te voorkomen dat de bloedvaten beschadigen
  • Te hoge bloeddruk
    Sympathicus remmen en parasympathicus stimuleren. Er komt minder noradrenaline vrij, waardoor er minder bindt aan alfa-receptoren en vasodilatatie zal plaatsvinden. En doordat er minder (nor)adrenaline bindt aan de bèta1-receptoren van het myocard van de hartspiercellen, gaan deze minder krachtig kloppen. Op de sinusknoop zitten ook bèta1-receptoren, dus bij minder (nor)adrenaline gaat de HF omlaag. De ACh muscariene receptoren zullen bij activatie ook de HF verlagen.