Save
Aardrijkskunde deel 1
aardrijkskunde deel 2
Save
Share
Learn
Content
Leaderboard
Learn
Created by
Ruken Hamid
Visit profile
Cards (135)
stollingsgesteente
gesteente dat ontstaat wanneer magma
stolt
basalt
zwaar en zwart van kleur ontstaan door een
snelle stolling
(schildvulkaan)
graniet
lichter dan
basalt
, roze met zwart van kleur en werd gevormd door langzame stolling (stratovulkaan, bv in
de keuken
)
Andes riet
ligt op het gebied van stollingstijd tussen
basalt
en
graniet
in
sedimentgesteente
ontstaat door de ophoping van
sediment
, kan
fossielen
bevatten
zandsteen
gevormd door de
ophoping
van zand
kalksteen
wit
, gevormd door de ophoping van kalk skeletjes van
micro organismen
(op de zeebodem)
metamorfe gesteente
ontstaat door de omvorming van stollingsgesteente en sedimentgesteente onder hoge
druk
en
temperatuur
in de aardkorst
marmer
wit met zwart, ontstaan door de
omvorming
van
kalksteen
leinsteen
zwart, ontstaan door omvorming van
schal
/
klei
actualiteitsprincipe
het uitgangspunt dat fysische processen zoals die nu plaatsvinden in het
verleden
ook zo plaats vonden
aardkern
Het binnenste van de aarde, dat bestaat uit vaste en vloeibare metalen
aardmantel
vaste buitenste steenlaag, relatief dun; bestaat uit
aardplaten
lithosfeer
gesteente
inclusief relief en
bodem
atmosfeer
lucht gassen
rond
aarde
hydrosfeer
water + waterdamp,
sneeuw
en
ijs
biosfeer
planten
en
dieren
levende, natuur organismen en organisch materiaal
ontropesfeer
mens deel van
aardkorst
waarop mens
grote
invloed uitoefent
platentektoniek
een systeem van
interacties
tussen delen van de
aardkorst
convectiestromen
Stroming van het
gesmolten
gesteente onder de
aardkorst binnen
in de aarde.
convergente plaatgrens
naar elkaar toe
divergente plaatgrens
van elkaar af
transforme plaatgrens
langs elkaar heen
oceanische
plaatgrens
bestaat uit
basalt
dus zwaar
continentaal plaatgrens
bestaat uit graniet dus licht
convergentie
: o + c (ontstaan aardbeving)
ontstaan plooiingsgebergte omdat de
platen
en zwaar zijn en elkaar omhoog
drukken
convergentie
: o + c
subductie
; oceanische korst duikt onder de
continentale
korst
diepe trog
ontstaat op de plaats waar de
korts
wegduikt
trog
smalle erg diepe kloof in de
zeebodem
subductie
zone
diepte
, smelt magma omhoog,
explosieve
uitbarsting, stratovulkaan
vulkanisme
processen die samenhangen met het
omhoogkomen
van vloeibaar gesteente naar het
aardoppervlak
aardbeving
Trilling van de aarde als gevolg van het plotseling verschuiven van stukken van de
aardkorst
of van de
eronder liggende mantel.
convergentie: o +o
subductie vindt plaats omdat de oudere oceanische korst zwaarder is dan de jongere oceanische korst
zeebeving
Aardbeving
waarvan het
hypocentrum
in de zee ligt
divergentie: o+o
mid- oceanische
rug ontstaat door de stolling van
omhooggekomen
magma
vulkanisme
processen die samenhangen met het
omhoogkomen
van vloeibaar gesteente naar het
aardoppervlak
horsten
een langs een breukvlak omhoog gekomen deel van de
aardkorst
slenken
Lage zones die voorkomen bij
divergente
beweging van twee
continentale platen.
stratovulkaan
steile
vulkaan
die
meestal explosief uitbarst
caldera
vulkaan
waarvan de top eraf geblazen is doordat de
uitbarsting
te krachtig was
See all 135 cards