HFDST 11 - het genitaal stelsel

• tractus genitalis 


  = voortplantingsstelsel

  • gonaden= geslachtsklieren
  • man: testes
  • vrouw: ovariae
  • kanalen
  • accessoire klieren & organen
  • externe geslachtsorganen
• tractus genitalis man


  • scrotum
  • testes
  • epididymis
  • vas deferens
  • ductus ejaculatorius
  • urethra penis
• accessoire klieren ~ zaadvocht


  • zaadblaasjes= vesiculae seminalis
  • fructose
  • prostaglandines
  • fibrinogeen
  • prostaatklier
  • cowperklieren= glandulae bulbourethrales
  • semen= zaadvocht
• de penis


  uitwendige geslachtsorganen:

  • penis
  • preputium (voorhuid)
  • meatus urethra
  • scrotum
• inwendige geslachtsorganen vrouw


  • ovaria (eierstokken)
  • tuba uterina (eileider)
  • fimbriae
  • infundibulum
  • ampulla
  • isthmus
  • uterus
  • corpus uteri
  • cervix uteri
  • ostium
  • isthmus
  • corpus
  • fundus
  • vagina