Nask 5.3 en 5.4

Cards (97)

  • Krachten
    Mensen en dieren gebruiken hun spierkracht op verschillende manieren. Maar er zijn ook andere krachten
  • Krachten herkennen
    • De breakdancer levert grote spierkracht
    • Je kunt een kracht niet zien, wel de gevolgen van een kracht
  • Krachten bij tennissen
    1. Spierkracht zorgt voor hoge snelheid van de bal
    2. Bal komt bij racket van tegenstander
    3. Bal en snaren van racket worden ingedrukt
    4. Spankracht in racket geeft bal weer snelheid in tegengestelde richting
  • Kracht
    • Kan de volgende uitwerkingen op een voorwerp hebben:
    • Het voorwerp verandert van beweging
    • Het voorwerp verandert van vorm
    • Het voorwerp verandert van bewegingsrichting
  • Twee krachten samen
    1. Stroming op schip
    2. Ankerketting levert spankracht op boei die tegen stroming werkt
  • Soorten krachten
    • Magnetische kracht
    • Elektrische kracht
    • Zwaartekracht
    • Kleefkracht
    • Veerkracht
    • Spankracht
  • Krachten die op afstand werken zijn magnetische kracht, elektrische kracht en zwaartekracht
  • Krachten die bij contact werken zijn kleefkracht, veerkracht en spankracht
  • Een kracht herken je aan een verandering van de vorm of een verandering in de beweging
  • Spierkracht is de kracht die wordt geleverd door spieren
  • Wrijvingskracht
    Kracht die wordt uitgeoefend tijdens het remmen, lopen of fietsen
  • Krachten bij rijden
    • Wrijvingskracht
    • Rolweerstand
    • Luchtweerstand
  • Krachten bij afzetten
    1. Wrijvingskracht houdt schoen op zijn plaats
    2. Spierkracht duwt lichaam naar voren
  • Voor beweging is een afzetkracht op een voorwerp of stof nodig
  • Bij raket in de ruimte is er geen lucht om tegen af te zetten, dus wordt afzetting gedaan door uitstoot van gas
  • Luchtweerstand
    Wrijving met lucht
  • Met een stroomlijnvorm (aerodynamische vorm) wordt de luchtweerstand verkleind
  • Zwaartepunt
    Punt waar de zwaartekracht op een voorwerp werkt
  • Bepalen zwaartepunt
    1. Ophangen op drie punten
    2. Zwaartelijnen gaan door één punt: het zwaartepunt
  • Stabiel en onstabiel
    Voorwerp is stabiel als zwaartepunt boven steunvlak ligt, onstabiel als zwaartepunt erbuiten ligt
  • Stabiliteit bereik je door groot steunvlak, laag zwaartepunt, zwaartepunt boven midden steunvlak
  • Binnenvaartschip heeft laag zwaartepunt, containerschip heeft hoog zwaartepunt
  • Krachtmeter meet krachten nauwkeuriger dan op gevoel
  • Zwaartekracht op maan is ongeveer zes keer kleiner dan op aarde
  • Containerschepen
    Hebben een hoog zwaartepunt, waardoor ze meer risico lopen op kantelen. Moeten maatregelen nemen om dat te voorkomen.
  • Binnenvaartschip
    Heeft een laag zwaartepunt, waardoor het niet snel zal omslaan
  • Containerschip
    Een te hoog geladen containerschip kan omslaan
  • Onderzoek
    Welk bevestigingssysteem het sterkst is
  • Krachtmeter
    Apparaat om krachten nauwkeurig te meten
  • Kilogram
    Eenheid van massa, niet van kracht
  • Newton
    Eenheid van kracht, genoemd naar Isaac Newton
  • Op aarde is 9,8 N nodig om 1 kg op te tillen
  • Op de maan is 1,6 N nodig om 1 kg op te tillen
  • In het dagelijks leven wordt het aantal kilogram van een voorwerp het gewicht genoemd, eigenlijk moeten we spreken van de massa
  • Veerunster
    Krachtmeter die kracht meet aan de hand van de uitrekking van een veer
  • Weegschaal
    Kan ook gebruikt worden als krachtmeter, waarbij 1 kg overeenkomt met 9,8 N
  • Symbool voor kracht
    F (force)
  • Soorten krachten
    • Zwaartekracht (Fz)
    • Veerkracht (Fv)
    • Spankracht (Fs)
    • Opwaartse kracht (Fopw)
    • Wrijvingskracht (Fw)
    • Luchtweerstand (Fw,l)
  • Pijlen
    Manier om krachten te tekenen, zodat je kunt zien of ze elkaar opheffen of versterken
  • Krachtenschaal
    Geeft aan hoeveel newton overeenkomt met 1 cm in de tekening