optometrie uit de cursus

Cards (24)

  • Methodologische optometrie
    de optisch technische wetenschap om de oogmeting te bepalen.
  • verticale forie testen
    • #12 geïnduceerde verticale forie en ductietest voor ver
    • #18 geïnduceerde verticale forie en ductietest voor nabij
  • Horizontale foria’s testen
    • #3 habituele horizontale forie voor ver
    • # 8 geïnduceerde horizontale forie voor ver
    • # 13A habituele horizontale forie voor nabij
    • #13B geïnduceerde horizontale forie voor nabij
    • #15A geïnduceerde horizontale forie door 14A
    • #15B geïnduceerde horizontale forie door 14B
  • Met prisma’s bepalen we de richting en de grootte van de forie ver en nabij.
    • Een BI – prisma meet de waarde van de exoforie
    • Een BO – prisma meet de waarde van de esoforie
  • wat bepaald de fusiereserve?
    De fusiereserve bepaalt de grootte van de fusiecapaciteit m.a.w. de limieten van een enkelvoudig binoculair zicht (EBZ).
  • hoe kunnen we enkelvoudig zicht behouden?
    We kunnen een enkelvoudig beeld behouden doordat we fusionele convergentie gebruiken wanneer de beelden buiten de zone van Panum vallen. Fusionele vergenties gebeuren automatisch alhoewel ze onder het willekeurig zenuwstelsel staan.
  • welke testen meten de fusie?
    • #9 werkelijke adductie
    • #10 convergentie voor ver
    • #11 werkelijke abductie
    • #16A positieve relatieve convergentie voor nabij
    • #16B positieve fusionele convergentie voor nabij
    • #17A negatieve relatieve convergentie voor nabij
    • #17B negatieve fusionele convergentie voor nabij
    • #12 geïnduceerde verticale forie en ductie voor ver
    • #18 geïnduceerde verticale forie en ductie voor nabij
  • Foria’s vragen een fusionele compensatie. Een esoforie vraagt BI-reserves en een exoforie vraagt BO-reserves
    De forie is niet zichtbaar door compensatie van de fusionele reserves. Zijn de reserves echter niet voldoende ontstaat er een tropie of een manifeste afwijking van de gezichtsassen.
  • met welke testen wordt de accommodatie gemeten?
    #19 accommodatie amplitude
    #20 positieve relatieve accommodatie
    #21 negatieve relatieve accommodatie
  • wat meet #19
    maximale accommodatie vermogen (AA) 
  • wat meten test #20 en #21
    de relatieve accommodatie bij een constante convergentie.
  • wat is het verschil tussen en blur out en de first blur?
    Blur Out = de tekst is volledig wazig en kan met inspanning niet meer worden scherpgesteld.
    First Blur = het eerste teken van wazigheid.
    De first blur is de weergave van het moment waarop de accommodatie de convergentie loslaat.
  • # 20 en # 21 zijn relatieve testen die de accommodatie gebonden aan de convergentie meten. Je meet hoeveel de accommodatie gestimuleerd wordt of geïnhibeerd wordt zonder de totale convergentie te wijzigen.
  • # 19 is een absolute test die meet hoeveel de persoon kan accommoderen.
  • Alle habituele tests worden uitgevoerd door de lenzen die de persoon gewoonlijk draagt voor die bepaalde afstand. Indien hij geen bril draagt wordt de test door plano glazen uitgevoerd
  • #3 HABITUELE HORIZONTALE FORIA VOOR VER
    Toestel: Foropter
    Testafstand : 6M
    Test: 10/10 Snellen of kleinst leesbare Verticale lijn
    Lenzen : de gebruikelijke verbetering voor ver
    Prisma's : scheidingsprisma : 6 BU voor het RO
    meetprisma : opstarten vanaf 12 BI voor het LO
    Belichting : goed belicht
    ATVA : ver
  • # 13A HABITUELE HORIZONTALE FORIA VOOR NABIJ
    Toestel: Testafstand : Test:Lenzen : Prisma's:
    Foropter40 cm10/10 Snellen of kleinst leesbare Verticale lijn de gebruikelijke verbetering voor nabij scheidingsprisma : 6 BU voor het RO
    meetprisma : opstarten vanaf 15BI voor het LO
    Belichting : goed belicht
    ATVA: nabij
  • Bij de prismatests is het best mogelijk dat er geen wazig zicht bekomen wordt. Dit wijst gewoon op het feit dat de accommodatie niet beïnvloed is geweest door de BI/BO prisma's. De limiet van de zone van KEBZ wordt dan bepaald door het prisma dat de fusiebreuk veroorzaakt heeft.
  • Suppressie bij BO prismatest.
    Indien de persoon meldt dat de test verschuift naar één kant wijst dit op suppressie.
    • Onderdrukking van het beeld van het RO -> verschuift de test naar rechts.
    • Onderdrukking van het beeld van het LO geeft -> verschuiving naar links.
  • #19 ACCOMMODATIE AMPLITUDE A.A.
    NIET-PRESBYOOP
    We voegen binoculair meer - glazen toe per 0.25 dpt tot de persoon zegt dat de tekst niet meer gelezen kan worden(first blur).
    Als eindresultaat schrijven we het verschil op t.o.v. basislenzen waarmee we de test begonnen zijn. Daar voegen we algebraïsch 2.50 dpt bij voor de compensatie van de fixatieafstand. Er wordt geen teken bij vermeld: elke amplitude is positief.
  • #20 POSITIEVE RELATIEVE ACCOMMODATIE 
    We vragen de persoon om de letters voortdurend te blijven lezen. We verhogen binoculair de - glazen per 0.25 dpt tot de persoon zegt dat het beeld wazig gezien wordt(blur out). Dit gebeurt bij een constante fixatieafstand = relatief.
    Als eindresultaat schrijven we het verschil op t.o.v. de basis lenzen waarmee we de test begonnen zijn.
  • #21 NEGATIEVE RELATIEVE ACCOMMODATIE
    We vragen de persoon om de letters voortdurend te blijven lezen. We verhogen binoculair sferisch de + glazen per 0.25 dpt tot de persoon zegt dat het beeld wazig gezien wordt(blur out). Dit gebeurt bij een constante fixatieafstand = relatief
    Als eindresultaat schrijven we het verschil op t.o.v. de basislenzen waarmee we de test begonnen zijn.
  • De vergentietesten zijn ontwikkeld om de functie van de convergentie te testen. De testsituatie vereist het gebruik van Risley - prisma’s die de ogen verplichten om één van de vergentie- bewegingen uit te voeren om het enkelvoudig binoculair zicht te behouden.
  • Suppressie bij BI prismatest.
    • Onderdrukt het RO het beeld dan verschuift de test naar links.
    • Onderdrukking van het LO zal de test naar rechts doen verschuiven.