de optischtechnischewetenschap om de oogmeting te bepalen.
verticale forie testen
#12geïnduceerde verticale forie en ductietest voor ver
#18geïnduceerde verticale forie en ductietest voor nabij
Horizontale foria’s testen
#3habituele horizontale forie voor ver
# 8geïnduceerdehorizontale forie voor ver
# 13Ahabituelehorizontale forie voor nabij
#13Bgeïnduceerdehorizontale forie voor nabij
#15Ageïnduceerdehorizontale forie door 14A
#15Bgeïnduceerdehorizontale forie door 14B
Met prisma’s bepalen we de richting en de grootte van de forie ver en nabij.
Een BI – prisma meet de waarde van de exoforie
Een BO – prisma meet de waarde van de esoforie
wat bepaald de fusiereserve?
De fusiereserve bepaalt de grootte van de fusiecapaciteit m.a.w. de limieten van een enkelvoudig binoculair zicht (EBZ).
hoe kunnen we enkelvoudig zicht behouden?
We kunnen een enkelvoudig beeld behouden doordat we fusioneleconvergentie gebruiken wanneer de beeldenbuiten de zone van Panum vallen. Fusionelevergenties gebeuren automatisch alhoewel ze onder het willekeurigzenuwstelsel staan.
welke testen meten de fusie?
#9werkelijkeadductie
#10convergentie voor ver
#11werkelijke abductie
#16Apositieverelatieveconvergentie voor nabij
#16Bpositievefusioneleconvergentie voor nabij
#17Anegatieverelatieveconvergentie voor nabij
#17Bnegatievefusioneleconvergentie voor nabij
#12 geïnduceerde verticaleforie en ductie voor ver
#18 geïnduceerde verticaleforie en ductie voor nabij
Foria’s vragen een fusionelecompensatie. Een esoforie vraagt BI-reserves en een exoforie vraagt BO-reserves
De forie is niet zichtbaar door compensatie van de fusionelereserves. Zijn de reserves echter niet voldoende ontstaat er een tropie of een manifesteafwijking van de gezichtsassen.
met welke testen wordt de accommodatie gemeten?
#19accommodatieamplitude
#20positieverelatieveaccommodatie
#21negatieverelatieveaccommodatie
wat meet #19
maximaleaccommodatie vermogen (AA)
wat meten test #20 en #21
de relatieveaccommodatie bij een constanteconvergentie.
wat is het verschil tussen en blur out en de first blur?
Blur Out = de tekst is volledigwazig en kan met inspanningniet meer worden scherpgesteld.
First Blur = het eersteteken van wazigheid.
De first blur is de weergave van het moment waarop de accommodatie de convergentie loslaat.
# 20 en # 21 zijn relatievetesten die de accommodatie gebonden aan de convergentie meten. Je meet hoeveel de accommodatiegestimuleerd wordt of geïnhibeerd wordt zonder de totaleconvergentie te wijzigen.
# 19 is een absolute test die meet hoeveel de persoon kan accommoderen.
Alle habituele tests worden uitgevoerd door de lenzen die de persoon gewoonlijk draagt voor die bepaalde afstand. Indien hij geen bril draagt wordt de test door plano glazen uitgevoerd
#3 HABITUELE HORIZONTALE FORIA VOOR VER
Toestel: Foropter
Testafstand : 6M
Test: 10/10 Snellen of kleinst leesbare Verticale lijn
Lenzen : de gebruikelijke verbetering voor ver
Prisma's : scheidingsprisma : 6 BU voor het RO
meetprisma : opstarten vanaf 12 BI voor het LO
Belichting : goed belicht
ATVA : ver
# 13A HABITUELE HORIZONTALE FORIA VOOR NABIJ
Toestel: Testafstand : Test:Lenzen : Prisma's:
Foropter40 cm10/10 Snellen of kleinst leesbare Verticalelijn de gebruikelijke verbetering voor nabij scheidingsprisma : 6 BU voor het RO
meetprisma : opstarten vanaf 15BI voor het LO
Belichting : goed belicht
ATVA: nabij
Bij de prismatests is het best mogelijk dat er geen wazig zicht bekomen wordt. Dit wijst gewoon op het feit dat de accommodatienietbeïnvloed is geweest door de BI/BO prisma's. De limiet van de zone van KEBZ wordt dan bepaald door het prisma dat de fusiebreuk veroorzaakt heeft.
Suppressie bij BO prismatest.
Indien de persoon meldt dat de test verschuift naar één kant wijst dit op suppressie.
Onderdrukking van het beeld van het RO -> verschuift de test naar rechts.
Onderdrukking van het beeld van het LO geeft -> verschuiving naar links.
#19 ACCOMMODATIE AMPLITUDE A.A.
NIET-PRESBYOOP
We voegen binoculair meer - glazen toe per 0.25 dpt tot de persoon zegt dat de tekst nietmeergelezen kan worden(firstblur).
Als eindresultaat schrijven we het verschil op t.o.v. basislenzen waarmee we de test begonnen zijn. Daar voegen we algebraïsch 2.50 dpt bij voor de compensatie van de fixatieafstand. Er wordt geen teken bij vermeld: elke amplitude is positief.
#20 POSITIEVE RELATIEVE ACCOMMODATIE
We vragen de persoon om de letters voortdurend te blijven lezen. We verhogen binoculair de - glazen per 0.25 dpt tot de persoon zegt dat het beeldwazig gezien wordt(blurout). Dit gebeurt bij een constantefixatieafstand = relatief.
Als eindresultaat schrijven we het verschil op t.o.v. de basislenzen waarmee we de test begonnen zijn.
#21 NEGATIEVE RELATIEVE ACCOMMODATIE
We vragen de persoon om de letters voortdurend te blijven lezen. We verhogen binoculair sferisch de + glazen per 0.25 dpt tot de persoon zegt dat het beeldwazig gezien wordt(blur out). Dit gebeurt bij een constantefixatieafstand = relatief
Als eindresultaat schrijven we het verschil op t.o.v. de basislenzen waarmee we de test begonnen zijn.
De vergentietesten zijn ontwikkeld om de functie van de convergentie te testen. De testsituatie vereist het gebruik van Risley - prisma’s die de ogen verplichten om één van de vergentie-bewegingen uit te voeren om het enkelvoudigbinoculairzicht te behouden.
Suppressie bij BI prismatest.
Onderdrukt het RO het beeld dan verschuift de test naar links.
Onderdrukking van het LO zal de test naar rechts doen verschuiven.