CR Hoorcollege 7

Cards (31)

  • De diastolen en systolen van de atria en ventrikels vallen niet tegelijk
  • Hartcyclus
    1. Late diastole: AV kleppen gaan open als druk atria>druk ventrikel. Beide boezems zijn ontspannen en ventrikels vullen passief (80%)
    2. Atriale systole: atria contraheren en zorgen voor het laatste beetje vulling van de ventrikels
    3. Isovolumetrische ventriculaire contractie: eerste fase van ventriculaire contractie, bloed kan nog nergens naartoe. De AV kleppen worden gesloten--> eerste harttoon (S1)
    4. Ventriculaire ejectie: semilunaire kleppen gaan open als druk hoger wordt dan de druk in de grote arteriën (aorta en truncus pulmonalis) en bloed wordt geëjecteerd
    5. Isovolumetrische ventriculaire relaxatie: Bloed stroomt terug en semilunaire kleppen sluiten weer (bij ongeveer 100 mm Hg)--> tweede harttoon (S2)
  • Minimale druk in de aorta
    Druk net voordat de aortaklep opent
  • Druk in linker ventrikel schommelt altijd van super laag bij het vullen, naar super hoog tijdens de systole
  • De 2 verticale lijnen is waar de druk erg snel verandert, maar het volume niet
  • Halverwege de ejectiefase wordt de piekdruk van het linker ventrikel bereikt(= bovendruk aorta)
  • EDV
    Eind diastolisch volume
  • ESV
    Eind systolische volume
  • Calciumcyclus hart
    Actiepotentiaal afkomstig van sinusknoop en verspreid zich over membraan van hartspiercellen. In de T-tubuli zitten spanningsgevoelige Ca2+-kanalen (dihydropyridine receptor (DHPR)). Die gaan open en dan stroomt er een klein beetje calcium naar binnen. Dit heb je nodig om de ryanodine receptoren open te zetten die nog meer calcium vrijlaten (leidt tot Ca2+ spark). Het calcium heb je nodig voor de interactie tussen actine en myosine doordat het aan troponine bindt. Vervolgens systole. Relaxatie begint wanneer de Ca2+ weer loslaat en wordt teruggepomt naar SR of naar buiten. Na+-K+-pomp is essentieel
  • Hartglycosiden blokkeren Na+-Ca+-pomp. Wat gebeurt er dan? Meer calcium in SR, dus bij volgende AP meer contractiliteit
  • Tijdens diastole worden sacromeren uitgerekt. Dan komt er calcium bij. Tijdens ejectiefase gaan de sacromeren echt verkorten. Wanneer al het calcium wordt weggepompt=relaxatiefase
  • Cardiac ouput (CO)
    Hart-minuut volume
  • ESDVR
    Zegt iets over de contractiliteit van het hart. Hoe steiler hoe krachtiger de samentrekkingen. ESV ligt altijd op deze lijn
  • EDDVR
    Zegt iets over hoe goed de ventrikel meegeeft tijdens het vullen. Lijn zal sneller stijgen bij veel weerstand. EDV ligt altijd op deze lijn
  • CO verhogen op de EDDVR en ESDVR lijnen zelf
    1. Preload groter maken
    2. Afterload verlagen
  • Preload
    Geeft aan hoever de ventrikelwand is opgerekt voor de contractie begint. EDV is maat voor preload
  • Afterload
    Weerstand waarover het hart bloed moet wegpompen, van C-D
  • Een toename in contractiliteit of preload kunnen zorgen voor herstel van CO
  • PV lus
    • Druk uitgezet tegen volume.
    • Ieder hoekpunt is een klepbeweging.
    • De breedte zegt iets over het slagvolume.
    • De oppervlakte is een maat voor de arbeid.
    • De hele hartcyclus in 1 plaatje:
  • Contractiliteit
    Begrip dat gebruikt wordt om de intrinsieke kracht van het hart te duiden. Onafhankelijk van de heersende toestand van het vaatbed.
  • Een verandering in de vorm van de P-V lus (druk en/of volume) t.g.v. veranderingen in veneuze vullingsdruk (preload) of arteriële bloeddruk (afterload) is dus geen afspiegeling van een verandering in contractilieit.
  • (Nor)adrenaline (of andere catecholamines)
    1. Maakt je hart sterker, waarmee de ESDVR lijn steiler wordt
    2. Zorgen ervoor het vrijkomen van meer Ca2+
    3. Hart heeft meer energie om door te gaan met verkorten
    4. B1-receptoren zetten een cascade in gang waardoor de calciumkanalen gefosforyleerd worden o.i.v. (nor)adrenaline
    5. Meer calcium vrij= meer kracht opbouwen
    6. SERCA wordt ook gefosforyleerd, met gevolg dat calcium ook sneller wordt teruggepompt.
  • Acetylcholine heeft geen invloed op hartcontractiliteit
  • Sarco/Endoplasmic Reticulum Calcium ATPase(SERCA)
    Wordt ook gefosforyleerd, met gevolg dat calcium ook sneller wordt teruggepompt
  • Positief inotrope stoffen
    • ß-agonist
    • Hartglycosiden (digoxine)
    • Cafeïne
    • Fosfodiësterase-remmer (pimobendan)
    • Hartritme
  • Positief/negatief inotrope stoffen
    Verhogen/verlagen myocardiale contractiliteit via toename/afname Ca2+ puls
  • Inotrope stoffen kunnen werken via modulatie L-type Ca2+-kanaal (DHP-receptor), RyR2, 3Na+/Ca2+-exchanger, 3Na+/2K+-ATPase, [c-AMP] en Ca2+-ATPase (SERCA)
  • Ejectiefractie is gelijk aan slagvolume gedeeld door eind-diastolisch volume
  • Negatieve inotrope stoffen
    • ßantagonist
    • L-type Ca2+-kanaal blokker (verapamil)
  • Catecholamines
    Verhogen de contractiliteit, waardoor de ESDVR lijn steiler wordt
  • Hoe kun je de preload vergroten?
    1. Bloedvolume: intraveneus infuus
    2. Lichaamshouding (op z'n kop= hogere druk)
    3. Spierpomp activeren door kniebuigingen. Deze pompt bloed terug naar vena cava.
    4. Ademhalingspomp. Tijdens sporten wordt de druk tussen je pleura nog negatiever. Bloed wordt teruggezogen naar thorax.