la conversation téléphonique

• un appel


  een oproep, een telefoontje
• un coup de fil


  een oproep, een telefoontje
• l'appelé


  de gebelde
• un message


  een bericht
• le bip sonore


  de pieptoon
• un parrain


  een peter
• un thème 


  een thema
• une conversation


  een gesprek
• une réceptionniste


  een receptioniste
• une marrain


  een meter
• une réunion


  een vergadering
• une entreprise


  een onderneming, een firma
• une surprise


  een verrassing
• décrocher


  opnemen
• appeler


  bellen, roepen
• s'appeler


  heten
• rappeler


  terugbellen
• se rappeler


  zich herinneren
• passer


  doorgeven
• quitter


  verlaten
• se tromper


  zich vergissen
• raccrocher


  ophangen
• envoyer


  versturen
• se déguiser


  zich verkleden
• terminer


  beëindigen
• sonner


  bellen
• absent(e)


  afwezig
• évidemment


  natuurlijk
• longtemps


  lang geleden
• passer un appel


  telefoneren, bellen
• passer un coup de fil


  telefoneren, bellen
• à l'appareil


  aan de lijn
• laisser un message


  een bericht nalaten
• ça te va


  dat past
• attendre avec impatience


  met ongeduld wachten
• ça fait longtemps


  het is lang geleden
• composer un numéro


  een nummer vormen