Tijdvak 2

• 2 Griekse stadstaten/polis: Athene en Sparta stonden tegenover elkaar.
• Athene


  Een directe democratie: simpele beslissingen werden genomen door de raad van 500, belangrijke beslissingen werden genomen door alle mannen met stemrecht
• De raad van 500 was ontstaan doordat de economie kapot ging omdat alle mannen voor elke vergadering hun werk moesten stilleggen
• Sparta


  Een Aristocratie (een groep rijke families heeft de macht)
• Athene


  • Een schiereiland, ze had te weinig landbouwgrond, hierdoor ontstond vaak hongersnood
  • Om dit op te lossen bouwde Athene een sterke vloot en stichtte ze kolonies rond de Middellandse zee
  • Ze leefde van de handel
  • Athene kreeg veel Griekse stadstaten als bondgenoot
  • Athene had een hele sterke vloot maar een heel zwak landleger
• Sparta


  • Een landbouwsamenleving
  • Na verloop van tijd veroverde Sparta veel gebied
  • De mannen van de veroverde gebieden gingen nu voor het voedsel zorgen (deze mannen heten heloten)
  • Spartaans jongens worden vanaf 7 jarige leeftijd uit het gezin gehaald en militair getraind -> Agoge
  • Het Spartaanse leger vocht als eenheid en gebruikte als eerste Falanx
• De oorlog tussen Athene en Sparta werd gewonnen door Sparta, Sparta sloot het voedsel van Athene af
• Er breekt oorlog uit tussen de Griekse stadstaten en het Perzische rijk wanneer de Perzen de Griekse kolonies binnenvallen. Sparta en Athene werken samen en voorkomen dat Griekenland door de Perzen wordt veroverd
• De Grieken en de Romeinen hadden dezelfde bouwstijl, kleding en kunst
• Romeinen


  • Heel goed ontwikkeld en heel soepel op het gebied van godsdiensten
  • Daardoor veroverden ze snel veel gebied: het enige wat veroverde volkeren moesten doen was de keizer vereren: de keizercultus
  • Het Romeinse Rijk zorgde voor handel (ze hadden muntgeld, ze leggen wegen aan, ze zorgen voor veiligheid)
• Romanisatie


  1. De veroverde gebieden werden snel steeds Romeinser omdat ex-soldaten grond kregen in veroverd gebied en trouwden met inheemse vrouwen

  2. Hun kinderen werden Romeins opgevoed

  3. De zonen van stamleiders werden naar Rome gehaald en verwent, bij terugkomst gingen zij Romeinse gebruiken in hun stam invoeren
• De Romeinen veroverden Europa tot de grote rivieren. Ze steken de Rijn over en willen Germanië (Duitsland) veroveren
• Romeins leger


  • Erg sterk en was onderverdeeld in legioenen
  • Een legioen was een eenheid van 6.000 man die volledig zelfstandig konden opereren
• De Romeinen proberen Germanië te veroveren. Deze oorlog heet de slag bij het Teutoburgerwoud of Varusslag. Hier worden verschillende Romeinse legioenen door de Germanen het bos in gelokt en daar verslagen
• Limes


  1. De Romeinen maken van de Rijn en de Donau de grens

  2. Op vaste afstanden stonden wachttorens, de Romeinse marine bewaakte deze twee rivieren

  3. In het achterland lagen op vaste plekken legioenen
• Deze verdediging en de Limes houden 200 jaar stand. Die 200 jaar heten de Pax Romana
• Doordat het zo rustig is (geen oorlogen) worden steeds minder Romeinen soldaat. Hierdoor bestond steeds meer van het Romeinse leger uit mensen van veroverde volkeren
• Monotheïstische godsdiensten


  Godsdiensten met maar één god
• De Joden weigerden als eerste mee te doen aan de keizercultus. De Joden komen in opstand, maar de Romeinen slaan deze keihard neer. Alle Joden worden opgepakt en verspreid over heel het Romeinse Rijk, de Diaspora. Het Jodendom was geen bedreiging voor het Romeinse Rijk omdat je je alleen kon bekeren tot het Jodendom als je moeder joods was
• Het christendom werd wél een bedreiging voor het Romeinse Rijk omdat het heel makkelijk was om je te bekeren, je hoefde je alleen maar te laten dopen. Arme Romeinen en Slaven kozen voor het Christendom omdat het Christendom stond voor gelijkheid. In het begin traden de Romeinse keizers keihard op tegen de Christenen. Later besluit de Romeinse keizer Constantijn om het Christendom over te nemen en het de staatsgodsdienst te maken