Taalgebruik in economische verklaringen: 'leiden tot', 'tot gevolg hebben', 'ingang zetten', …
inzet: invloed op sociaal/ politiek beleid
economie als beleidsgeoriënteerden wetenschap
Correlatie
Verband tussen X en Y dat proportioneel is, symmetrisch
Oorzakelijkheid
Verband tussen X en Y van oorzaak en gevolg, asymmetrisch
Oorzakelijkheid: correlatie + tijd?
nee, mogelijkheidderdevariabelealsoorzaak
Misvattingen: Cum hoc ergo propter hoc, Posthocergopropterhoc
Hume's voorwaarden voor oorzakelijkheid
X veroorzaakt y:
X is universeel verbonden met Y = Constanteconjunctie
X gaat vooraf aan Y = Temporeleprioriteit
X en Y zijn spatio-temporeel aangrenzend = Contiguïteit
Causale claims binnen economie zijn
Geenechtewetmatigheden ('constante conjuncties')
Wel tendensen (tendencies)
Soorten wetmatigheden
Laws of coexistence
Laws of succession
Ceteris Paribus-clausule
Andere zaken blijven gelijk
Kenmerken causale tendensen
Oorzakelijkheid -> kracht die werkt met een zekere intensiteit
Karakteristieke gevolgen zonderverstorende factoren -> beschrijving van een universele trend
Eveneens invloed bij verstorendefactoren -> werkzaamheid van de trend, maar resultaat verschilt bij andere omstandigheden
Verklarende kracht causale tendensen?
Indien geen verstorende factoren: ja
indien verstorende factoren: twee voorwaarden 1. verstorendefactorenzijngekend 2. werkingeninvloedvanallefactorenzijnbekend
Soorten mechanismen
Individuelecausalerelatie: X veroorzaakt Y
Mediërendevariabele: X veroorzaakt Y via Z
Onderliggendestructuurofproces: X veroorzaakt Y via (Z)
Kenmerken onderliggende mechanismen
Geennoodzaaktoteffect
verschillendemogelijkheden
onduidelijkonderwelkevoorwaardenwerkzaam
Verklarende kracht?
Indien alle factoren gekend: ja
Bijkomende voorwaarden: Ononderbrokenwerkzaamheid, Verschillende mechanismen moeten indezelfderichtingwerken en mogen niettegelijk werkzaam zijn
Probleem: watmettegengesteldeeffecten? Bv. kans op trombose - Vergroot door anticonceptiepil, Vergroot door zwangerschap
Waarheid
Betrekking op beweringen/proposities - Kwestie van inhoud (les logica)
Betrekking op werkelijkheid - Kwestie van realiteit (les verklaring)
Correspondentietheorie
Zeggen of geloven dat iets 'waar' is = correspondentie met standvanzaken of feiten
Intuïtieve benadering van waarheid
Metafysisch realisme: band met ontologische werkelijkheid
Problemen met correspondentietheorie:
de waarheidsdefinitie is te beperkt
correspondentie is triviaal
de theorie is obscuur
Coherentietheorie
Moderne waarheidstheorie - Zeggen of geloven dat iets 'waar' is = onderdeel van coherent systeem van overtuigingen
Minderintuïtieve benadering van waarheid → relatief
Geen realisme: band met de werkelijkheid is nietvereist
Consistentie en coherentie
Consistent = logische notie - Beweringen zijn consistent wanneer ze samenwaar kunnen zijn
Coherent = epistemische notie - Beweringen zijn coherent wanneer ze elkaars geloofwaardigheid ondersteunen/versterken
Coherentie impliceert consistentie, niet omgekeerd
Problemen met coherentietheorie:
De theorie zegt niet welke set proposities te selecteren
waarheid overstijgt (soms) elk geheel aan overtuigingen
coherentie veronderstelt logische wetten
Pragmatisme
Hedendaagse waarheidstheorie - Zeggen of geloven dat iets 'waar' is = praktischewaarde aan iets toeschrijven die nietinconflict is met eerdere ervaring
Weinig intuïtieve benadering van waarheid → instrumenteel
Praktisch realisme: band met vertrouwdewerkelijkheid