'Nach dem Weg fragen': Wortschatz

• der Bahnhof (¨-e) - het station
• der Kiosk - de kiosk
• der Bus (-se) - de bus
• die Straße (-n) - de straat
• die Brücke (-n) - de brug
• die Kreuzung (-en) - het kruispunt
• die Ampel (-n) - het verkeerslicht
• die Apotheke (-n) - de apotheek
• die Bäckerei (-en) - de bakkerij
• die Bank (-en) - de bank
• die Kirche (-n) - de kerk
• die Polizei - de politie
• die Post - de post
• die Ecke (-n) - de hoek
• die Seite (-n) - de kant
• die U-Bahn (-en) - de metro
• die S-Bahn (-en) - de tram
• das Café (-s) - de koffiebar
• das Hotel (-s) - het hotel
• das Kino (-s) - de bioscoop
• das Krankenhaus (¨-er) - het ziekenhuis
• das Museum (pl. Museen) - het museum (pl. musea)
• das Rathaus (¨-er) - het gemeentehuis
• das Restaurant (-s) - het restaurant
• das Theater - het theater
• das Auto (-s) - de auto
• das Taxi (-s) - de taxi
• vielleicht - misschien
• bis zum/ zur - tot aan de/ het
• weit - ver
• gleich - meteen
• ungefähr - ongeveer
• zu Fuß - te voet
• helfen + Dat. - helpen
• wissen - weten
• danken + Dat. - danken
• die Staße entlang gehen - de straat volgen
• rechts/ links abbiegen - rechts/ links afslaan
• eine Sraße überqueren - een straat oversteken
• geradeaus gehen - rechtdoor gaan