a. centralis retinae
a. lacrimalis (voorziet traanklier van bloed)
a. ciliaris
a. ethmoidalis (ethmoidale sinussen, voorzijde harde hersenvlies/dura mater,neusholte, huid neus)
a. supraorbitalis (huid voorhoofd, schedel, oogleden, m.levator palpebrae)
a. muscularis (oogspieren)
a. palpebralis (oogleden: vormen de perifere en marginale boog in ooglid, zie H1)
a. supratrochlearis (huid voorhoofd)
dorsonasalis (traanzak, neus)