thema 5 hoofdstuk 2

Cards (28)

  • net zoals dieren vormen planten stoffen met een regelende werking -> vertonen gelijkaardige kenmerken als hormonen bij dieren -> daarom worden deze stoffen ook hormonen genoemd
  • Plantenhormonen
    • worden in de plant zelf aangemaakt
    • werken al in heel kleine hoeveelheden
    • zorgen voor reacties van planten op een prikkel en fungeren dus als signaalstof ->voorkomen kieming van planten ondanks contact met water
    • hebben effecten op meerdere plaatsen en op meerdere processen
    • worden verspreid via floëem (transportsysteem) Bij dieren gebeurt dat via het bloedvatenstelsel
  • plantenhormonen worden in verschillende groepen ingedeeld:
    auxine (deel van grote groep auxinen)
    abscisinezuur en ethyleen
    zijn bekende plantenhormonen
  • Voor fotosynthese heeft een plant koolstofdioxide (CO2) nodig -> CO2 komt via de huidmondjes in het blad -> maar open huidmondjes kunnen waterverlies door verdamping veroorzaken -> plant moet huidmondjes kunnen openen en sluiten om waterverlies te beperken en CO2 aan te vullen
  • Bij watertekort wordt het sluiten v/d huidmondjes hormonaal geregeld door abscisinezuur (ABA) -> ABA zorgt dat sluitcellen snel water verliezen -> dus sluitcellen veranderen van vorm en wanden komen tegen elkaar -> ABA regelt werking van huidmondjes = speelt een belangrijke rol in de waterhuishouding door waterverlies te beperken
  • Auxinen zijn belangrijke hormonen
    • stimuleren lengtegroei van cellen in de stengel
    • aangemaakt in meristemen en dan getransporteerd naar schaduwzijde
    • bij eenzijdige zonlicht: minder auxine aan zonnekant, meer aan schaduwkant -> cellen aan schaduwkant worden langer -> stengel groeit krom doordat cellen aan schaduwkant langer worden
  • sommige fruitsoorten (bv. appels) produceren ethyleen (etheen) gas
    • ethyleen bevordert rijping van fruit
    • zorgt voor opvallende kleur, vorming van zoete suikers en lekker geuren tijdens rijping
    = zo trekt aandacht van dieren die vruchten eten en zo helpen verspreiding van zaden
    ethyleen = rijpings- of verouderingshormoon genoemd
  • Planten streven naar homeostase om hun inwendige milieu stabiel te houden
    Regeling van watergehalte heet waterhuishouding, de huidmondjes spelen een belangrijke rol daarin
    Het openen en sluiten van huidmondjes wordt geregeld door factoren zoals licht en luchtvochtigheid en ook door hormonen zoals abscisinezuur
  • Als er onvoldoende water is om spastroom in stand te houden veroorzaakt droogtestress bij planten, wat leidt tot bladverlies
    In het najaar werpen veel loofbomen hun bladeren af om te overleven zonder sapstroom
    Bladval wordt veroorzaakt door een samenspel van auxine, ethyleen en abscisinezuur
  • Auxinen in het blad remmen de vorming van een kurklaagje aan de basis v/d bladsteel in de afstotingslaag, waardoor het blad stevig verbonden blijft met de plant
    Auxineproductie is temperatuurgevoelig -> bij koeler weer in het najaar daalt de productie en wordt vorming van afstotingslaag niet meer geremd
  • ABA zorgt ook voor minder auxineproductie naarmate het blad veroudert
  • Bij een afname van auxine wordt de afstotingslaag gevoeliger voor ethyleen -> ethyleen veroorzaakt afbraak van celwanden in de afstotingslaag, dus verzwakt basis van bladsteel en tegelijk bevordert vorming van kurklaagje, waardoor transportvaten worden afgesloten -> dit is zichtbaar aan het bladlitteken
    Dus kurklaagje beperkt waterverlies wanneer blad valt, waardoor plant kan overleven zonder sapstroom
  • door eigen gewicht en spel van wind zal blad na een tijdje vallen
  • watergehalte van plant geregeld door meerdere plantenhormonen -> werken samen om het intern milieu (bv. watergehalte) in evenwicht te houden.
    Hormonen spelen een belangrijke rol in de homeostase van het inwendige milieu
  • Plantenhormoon = signaalstoffen -> brengen boodschap tussen de receptor en effector
    receptoren = cellen die prikkel detecteren en hormonen produceren
    hormonen binden met specifieke *moleculen van andere cellen* *effectoren* -> alleen wanneer een hormoon op een specifieke effector bindt, wordt een reactie uitgelokt (easier said: een sleutel die in een slot past)
    Reactie verhoogt de overlevings- of voortplantingskans v/d plant

    werkingsmechanisme van plantenhormonen lijkt op dat bij dieren
  • wortels groeien naar beneden door zwaartekracht en hormoon auxine speelt daar ook een rol in
  • TEKST
    water blijkt invloed te hebben op de groeirichting van wortels, zoals waargenomen in ISS waar zwaartekracht geen rol speelt ->wortels groeien naar het water toe, zelfs als water zich aan de zijkant bevindt
    Beweging van water veroorzaakt trillingen die lichte vervormingen van receptorcellen in de plant veroorzaken -> als gevolg hiervan worden minimale hoeveelheden auxine geproduceerd
    Auxine kan binden op alle cellen v/d plant, waardoor deze auxinegevoelig worden en hun groeirichting aanpassen
  • Wanneer regendruppels een blad raken

    1. Kleine druppeltjes verspreiden zich in alle richtingen
    2. Mogelijk bevatten deze bacteriën, virussen of schimmelsporen
    3. Dit kan schadelijk zijn voor de plant en naburige planten
  • Als reactie op regen, aanrakingen of beschadigingen
    Betrokken cellen produceren specifieke stoffen
  • Deze stoffen veroorzaken in onbeschadigde cellen
    Aanmaak van verschillende hormonen, waaronder jasmijnzuur
  • Jasmijnzuur verspreidt zichvia

    1. Floëem
    2. Lucht naar andere plantendelen of naburige planten
  • Jasmijnzuur
    • Activeert verdediginsmechanismen
    • Productie van giftige stoffen
    • Dikker worden van celwanden
  • Andere hormonen
    • ABA
    • Auxine
    • Ethyleen
  • Deze andere hormonen kunnen ook gestimuleerd worden
  • planten reguleren reacties via hormonen om zich aan te passen aan hun omgeving, naast hormonen hebben ze ander mechanismen om signalen door te geven
  • planten = geen zenuwstelsel, maar toch info kunne verspreiden met behulp van elektrische signalen
    • prikkels worden opgevangen door receptoren -> sommige cellen extra gevoelig voor aanraking
    • na ontvangst van prikkel verspreiden geladen deeltjes zich over de plant -> elektrische signaal ontstaat
    • geladen deeltjes worden naar effectoren gestuurd, plantendelen die gevoelig zijn voor, geladen deeltjes, kunnen niet reageren daarop
    • door reactie stijgt overlevings- of voortplantingskans v/d plant
  • planten kunnen niet bewegen om ongunstige omgevingsveranderingen te vermijden. ze hebben daarom verschillende mechanismen ontwikkeld om hiermee om te gaan gedurende de evolutie