Genenparen

Cards (9)

  • Homozygoot: 2 gelijke allelen (AA of aa)
  • Heterozygoot: 2 ongelijke allelen (Aa)
  • Als iemand recessief is voor de eigenschap en het allel niet tot uiting komt in het fenotype noem je dit een drager
  • Als er slechts 1 van de allelen tot uiting komt in het fenotype noem je dit het dominante allel, het andere allel is recessief
  • Als iemand heterozygoot is maar het recessieve allel komt toch een beetje tot uiting in het fenotype noem je dit onvolledig dominant
  • Intermediair fenotype: het fenotype dat ontstaat door twee onvolledig dominante allelen
  • Codominant overerfen: beide allelem komen tot uiting in het fenotype
  • Recombinatie: het herverdelen van erfelijke eigenschappen
  • Genetische variatie -> de soort heeft dan een grotere overlevingskans