gt.reflexbewegingen

Cards (17)

  • Ogen verplaatsen zodat vw door fovea gefixeerd wordt
    7 mogelijkheden
    1. convergentie
    2. rotatie
    3. saccaden
    4. volgbewegingen
    5. nystagmus
    6. drift en microsaccaden
    7. rusttremor
  • 3 types van kijken
    1. spontaan
    2. opdracht-gericht
    3. gedachte-gericht
  • Fixatiebewegingen
    Het oog staat vrijwel stil en richt zich op één punt
  • Saccadensysteem
    Het oog beweegt snel om nieuwe delen van de omgeving te fixeren
  • Pre-attentieve stadium
    • Bestrijkt het hele gezichtsveld zonder beperkingen in aandacht
  • Attentieve stadium
    • Beperkt in capaciteit, richt zich op één of enkele voorwerpen
  • Vergenties
    Bewegingen waarbij de ogen in tegenovergestelde richting bewegen (convergentie en divergentie)
  • Rotatie
    Onwillekeurige bewegingen rond een as door de fovea en pupil
  • Saccaden
    Snelle, plotselinge oogbewegingen, vaak willekeurig gestart
  • Volgbewegingen (smooth pursuit)

    Langzamere bewegingen om een bewegend voorwerp te volgen
  • Nystagmus
    Oogbewegingen in reactie op hoofdbewegingen of visuele prikkels, vaak zaagtandpatroon (langzaam volgen, snel terugkeren)
  • Drift en microsaccaden
    Onwillekeurige bewegingen tijdens fixatie, bestaande uit langzaam afdwalen en snelle correcties
  • Rusttremor
    Hoge frequentie trilling om receptoren op de retina continu te prikkelen
  • Spontaan kijken
    Reactie op visuele stimuli, afhankelijk van nieuwheid, complexiteit en beweging
  • Opdrachtgericht kijken
    Specifieke informatie zoeken met een doelgericht kijkpatroon
  • Gedachtegericht kijken
    Oogbewegingen worden beïnvloed door interne gedachten, niet door de omgeving
  • Scanpath
    Herhaalde aandacht voor belangrijke delen van het beeld, afhankelijk van zowel de compositie als de observator