onderzoek

• Onderzoek


  Het analyseren van een probleem of een situatie volgens een bepaald stappenplan met behulp van ontwikkelde hulpmiddelen, om antwoord te geven op vragen en problemen op te lossen
• Onderzoek in stappen


  1. Observeren

  2. Kiezen

  3. Toepassen van logische volgorde en universele stappen, ongeacht complexiteit
• Onderzoek is meer een vaardigheid dan een kunde, dus het vergt oefening en het ontwikkelen van een helikopterview
• Niet alle observaties zijn onderzoek; echte onderzoekers gebruiken systematische observatie met een vastgesteld stappenplan, zonder vooraf een uitkomst te veronderstellen
• Fundamenteel onderzoek


  Gericht op het ontwikkelen van kennis en begrijpen van fundamentele principes en mechanismen
• Praktijkgericht onderzoek


  Gericht op het oplossen van praktische problemen in de echte wereld
• Kennisvragen


  Beantwoord door fundamenteel onderzoek, gericht op het begrijpen van abstracte concepten en principes
• Praktijkvragen


  Komen voort uit echte situaties, gericht op het vinden van concrete oplossingen voor praktische problemen
• Kwalitatief onderzoek


  Richt zich op het begrijpen van de betekenis die mensen aan situaties geven, maakt gebruik van niet-cijfermatige gegevens
• Kwantitatief onderzoek


  Richt zich op het meten en kwantificeren van verschijnselen, maakt gebruik van cijfermatige gegevens en statistische analyses
• Inductief onderzoek


  Begint zonder vooraf bekende theorie, probeert patronen en trends te identificeren op basis van observaties
• Deductief onderzoek


  Begint met bestaande theorieën of hypothesen, test deze door middel van empirische gegevens
• Kenmerken van een kritische onderzoeker

  • Onafhankelijke houding
  • Streven naar openheid
  • Bereid verantwoording af te leggen
  • Kennis van onderzoeksmethoden en onderwerp
  • Vaardigheid om kennis toe te passen
• Kwaliteitscriteria voor uitvoering en interpretatie van onderzoek

  • Betrouwbaarheid
  • Toetsbaarheid van uitspraken
  • Informativiteit
  • Interne en begripsvaliditeit
  • Externe validiteit
• Praktische criteria bij de uitvoering van onderzoek

  • Efficiëntie
  • Uitvoerbaarheid
  • Bruikbaarheid
• Onderzoeksfases


  1. Formuleren onderzoeksvraag

  2. Planning en ontwerp

  3. Uitvoering

  4. Evaluatie en bijstelling

  5. Rapportage en presentatie
• Onderzoekscyclus


  1. Ontwerpen

  2. Gegevens verzamelen

  3. Analyseren

  4. Evalueren en adviseren
• Eindproduct van onderzoeksproject

  • Onderzoeksverslag
  • Beroepsproduct
• De relatie tussen voeding en gezondheid is nauw verbonden, waarbij gezonde voeding bijdraagt aan een goede gezondheid en het voorkomen van ziektes
• Soorten gevaren in voedsel

  • Fysische gevaren (stukjes metaal, glas of plastic)
  • Chemische gevaren (chemische stoffen van nature of via milieuverontreiniging)
  • Microbiologische gevaren (pathogenen en micro-organismen)
• Beroepsproduct


  Een bruikbaar instrument voor de opdrachtgever dat de onderzoeksresultaten vertaalt naar concrete aanbevelingen, plannen van aanpak, adviezen of ontwerpen die direct toepasbaar zijn in de beroepspraktijk
• Om ervoor te zorgen dat voedingsmiddelen veilig zijn, zijn er diverse Europese en Nederlandse wetten die levensmiddelenbedrijven reguleren
• Bedrijven zijn verantwoordelijk voor het bewaken en beoordelen van de veiligheid van hun producten
• Gevaren voor voedselveiligheid


  • Fysische gevaren (stukjes metaal, glas of plastic)
  • Chemische gevaren (chemische stoffen die van nature in voedsel voorkomen of via milieuverontreiniging)
  • Microbiologische gevaren (pathogenen en micro-organismen die ziektes kunnen veroorzaken)
• Micro-organismen


  Zo klein dat ze niet met het blote oog te zien zijn, omvatten bacteriën, gisten, schimmels, virussen, parasitaire protozoën en wormen
• Micro-organismen spelen een essentiële rol in voedselbereiding en andere aspecten van het menselijk leven
• Eukaryotische cel


  Complexer, bevat organellen waaronder een celkern waarin het DNA is verpakt
• Prokaryotische cel


  Eenvoudige structuur zonder duidelijke celkern
• Bacteriën en archaebacteriën zijn prokaryoot, terwijl alle andere levensvormen eukaryoot zijn
• Bacteriën


  Eencellige organismen zonder duidelijke celkern, waarbij het DNA vrij in het cytoplasma ligt
• Bacteriën vermenigvuldigen zich door binaire deling, waarbij de delingstijd onder optimale omstandigheden slechts ongeveer 20 minuten kan zijn
• Vormen van bacteriën


  • Bolvormig
  • Staafvormig
  • Spiraalvormig
• Grampositief en gramnegatief


  Classificatie van bacteriën op basis van dikte van de celwand, waarneembaar door een gramkleuring
• Typen bacteriën


  • Aerobe (hebben zuurstof nodig)
  • Anaerobe (gedijen in afwezigheid van zuurstof)
  • Facultatief anaerobe (kunnen groeien met of zonder zuurstof)
  • Microaerofiele (groeien het beste in verlaagde zuurstofspanning)
• Sporenvorming is een unieke eigenschap van bepaalde bacteriën, zoals Bacillus en Clostridium, die hen in staat stelt om te overleven onder ongunstige omstandigheden
• Exotoxinen en endotoxinen


  Toxinen die door pathogene bacteriën worden geproduceerd en ziekten kunnen veroorzaken
• Bacteriën spelen een cruciale rol in verschillende aspecten van het leven, van voedselbereiding tot ziekteverwekkende processen
• Gisten


  Eencellige schimmels met ronde tot ovale vorm, die zich voortplanten door knopvorming of ascosporen, facultatief anaeroob
• Schimmels


  Meercellige micro-organismen die kunnen worden ingedeeld als saprofytisch, parasitair, of symbiotisch, groeien onder aerobe omstandigheden
• Schimmels kunnen giftige stoffen, mycotoxinen genaamd, produceren die ziekte kunnen veroorzaken bij consumptie