differentiele psychologie

Subdecks (1)

Cards (2851)

  • Differentiele psychologie
    Studie van individuele verschillen tussen mensen
  • "The two biggest problems in life concern choosing a mate and choosing an occupation and people never do either for rational reasons."
  • Objectieven les
    • Kennis nemen van het RIASEC model
    • Implicaties van het hexagonaal model kennen en kunnen toepassen
    • Interessen een plaats kunnen geven in de psychodiagnostiek
    • Het RIASEC model kunnen situeren tegenover alternatieve modellen
    • Recente onderzoeksgegevens omtrent interessen kennen
    • Assessmentmethodieken voor interessen kennen en kunnen gebruiken
  • Interessen zijn belangrijke uitgangspunten bij het kiezen van een opleiding en een job
  • Interessen
    • Grote verschillen tussen personen (aard en intensiteit)
    • Motivationeel aspect
    • Predictieve validiteit: minder voor prestaties, vooral voor tevredenheid
  • Interessen zijn een belangrijke invalshoek vanuit de praktijk (vb. leerlingenbegeleiding, studie-oriëntering, arbeidsmarkt, revalidatie, outplacement)
  • Enkele interessen/hobby's
    • Bergwandelen/natuur
    • Programmeren (ICT)
    • Toneel spelen
    • Leider in de jeugdbeweging
    • Fuiven organiseren; kaartverkoop
    • Penningmeester van een vereniging
  • Er zijn zeer grote verschillen tussen wat mensen interesseert (aard en intensiteit)
  • Taxonomie van interessen
    • Realistisch
    • Intellectueel
    • Artistiek
    • Sociaal
    • Ondernemend
    • Conventioneel
  • Persoon-omgevingskarakteristieken
    • Oriëntatie impliceert twee componenten: persoon en omgeving
    • Assessment: persoon en omgeving
    • Ideaal: eenzelfde model voor persoon en omgeving
  • Het succes van de persoon-omgeving koppeling hangt af van de breedte en betrouwbaarheid waarmee de eigenschappen van de persoon en omgeving worden gemeten
  • Taxonomie
    Omvat de basiscomponenten; een soort grootste gemene deler van het terrein dat men wil bestrijken
  • Voor interessen wordt de RIASOC/RIASEC typologie van John Holland gebruikt
  • John Holland
    Ontwikkelde in 1959 een invloedrijk model voor interessen en beroepskeuze
  • Holland's basisassumpties
    • Beroepskeuze is een expressie van de persoonlijkheid
    • Interessevragenlijsten zijn persoonlijkheidsvragenlijsten
    • Stereotypen over beroepen hebben een psychologische en sociologische betekenis
    • Mensen met eenzelfde beroep hebben een gelijkend persoonlijkheidsprofiel en -ontwikkeling
    • Gelijke beroepsbeoefenaars reageren, lossen problemen op, en structureren situaties relatief gelijkaardig
    • Tevredenheid, stabiliteit en prestatie zijn functie van persoon-omgeving match
  • Holland's vier werkassumpties
    • Personen kunnen worden beschreven naar hun gelijkenis met zes theoretische menstypen
    • Hetzelfde geldt voor omgevingen (vb. beroepen of opleidingen)
    • Personen zoeken omgevingen die hen toelaten om uitdrukking te geven aan hun geprefereerde activiteiten, belangstellingen en waarden; omgevingen worden ook door de personen gemaakt
    • (Criterium)gedrag is de resultante van de interactie tussen persoon en omgeving
  • Realistisch menstype

    • Houdt van activiteiten waarin hij direct en manipulatief kan omgaan met dingen: gereedschap, machines, materialen, planten of dieren
    • Heeft een goed technisch inzicht, is handvaardig en gebruikt graag zijn lichaamskracht
    • Houdt niet van sociale bezigheden en mist de vaardigheden daarvoor
  • Realistische werkomgeving
    • Werken met machines, gereedschap, dingen, planten en dieren
    • Stimuleert en beloont mechanisch-technische en motorische vaardigheden
    • Biedt ruimte aan praktische, productieve en materialistische waarden, en aan robuust, avontuurlijk en soms zelfs risicovol gedrag
    • Aangepast gedrag en degelijk uitvoeren van taken worden op prijs gesteld
  • Intellectueel menstype
    • Is erop uit de hem omringende, natuurkundige, biologische en culturele verschijnselen via observatie en onderzoek te doorgronden en te beheersen
    • Bezit wetenschappelijke en mathematische vaardigheden
    • Heeft over het algemeen een afkeer van activiteiten die een overredend, sociaal of routinematig optreden vereisen
  • Intellectuele werkomgeving
    • Gaat om onderzoekende werkzaamheden teneinde problemen op te lossen of kennis te vergaren
    • Stimuleert en beloont analytische, wetenschappelijke, technische en verbale vaardigheden
    • Biedt ruimte aan theoretische, creatieve en ideële waarden, en aan volhardend, kritisch en soms zelfs sceptisch gedrag
    • Goed gedocumenteerde bijdragen aan kennis of aan de oplossing van praktische problemen worden op prijs gesteld
  • Artistiek menstype
    • Heeft een voorkeur voor vrije, ongestructureerde activiteiten, waarin hij zich op kunstzinnige wijze kan uiten
    • Bezit artistieke vaardigheden: toneelspelen, schrijven, tekenen, schilderen, beeldhouwen, musiceren of dansen
    • Houdt niet van geordende, systematische werkzaamheden en bezit weinig administratieve vaardigheden
  • Artistieke werkomgeving
    • Creatieve bezigheden op het gebied van literatuur, muziek en/of beeldende kunst
    • Stimuleert en beloont waarden als esthetiek, verbeelding en oorspronkelijkheid
    • Biedt ruimte voor origineel, onconventioneel en soms zelfs rebellerend gedrag
    • Doel is het leveren van artistieke producten (kunstwerken) of producties (opvoeringen)
  • Sociaal menstype
    • Houdt van werkzaamheden waarin hij met andere mensen kan omgaan, teneinde deze te informeren, onderwijzen, ontwikkelen, genezen, verzorgen of amuseren
    • Bezit contactuele vaardigheden zoals tact, geduld, aandacht
    • Houdt doorgaans niet van technische bezigheden en mist ook vaardigheden daarin
  • Sociale omgeving
    • Werken met mensen, in een helpende of dienstverlenende zin
    • Verlangt interpersoonlijke vaardigheden
  • Artistieke werkomgeving
    Creatieve bezigheden op het gebied van literatuur, muziek en/of beeldende kunst
  • Artistieke omgeving
    • Vaardigheid op één of meer van deze terreinen wordt verlangd
    • Waarden die worden gestimuleerd en beloond zijn esthetiek, verbeelding en oorspronkelijkheid
    • Er is ruimte voor origineel, onconventioneel en soms zelfs rebellerend gedrag
    • Doel is het leveren van artistieke producten (kunstwerken) of producties (opvoeringen)
  • Sociale menstype
    Houdt van werkzaamheden waarin hij met andere mensen kan omgaan, teneinde deze te informeren, onderwijzen, ontwikkelen, genezen, verzorgen of amuseren
  • Sociale omgeving
    • Met mensen wordt gewerkt, in een helpende of dienstverlenende zin
    • De omgeving verlangt interpersoonlijke, communicatieve en contactuele vaardigheden
    • De sociale omgeving biedt ruimte aan humanitaire waarden en aan begripvol, geduldig en tactvol gedrag
    • Het gaat om het verzorgen, genezen en troosten, of het onderwijzen, voorlichten en vermaken van anderen
  • Ondernemende menstype
    • Streeft organisatorische, politieke of economische doelen na
    • Geeft goed leiding en weet anderen van iets te overtuigen
  • Ondernemende werkomgeving
    • Met mensen wordt gewerkt, maar nu in commerciële, politieke, of leidinggevende zin
    • De omgeving verlangt interpersoonlijke vaardigheden, maar deze dienen van overtuigende en gezaghebbende aard te zijn
    • De ondernemende omgeving biedt ruimte aan commerciële en politieke waarden, en aan doelstellingen zoals succes, macht, populariteit en bekendheid
    • Het gaat erom iets van anderen gedaan te krijgen of iets aan anderen te verkopen, producten of ideeën
  • Conventionele menstype
    • Heeft een voorkeur voor duidelijke, geordende werkzaamheden, die een precieze en systematische aanpak vergen
    • Bezit administratieve vaardigheden
  • Conventionele werkomgeving
    • Draait om handhaven en toepassen van regels en voorschriften
    • De omgeving stimuleert en beloont administratieve vaardigheden en vereist het vermogen om volgens strikte normen en standaarden te werken
    • De conventionele omgeving biedt ruimte aan waarden zoals zekerheid, duidelijkheid en stabiliteit, en aan conformistisch, betrouwbaar en ordelijk gedrag
    • Beroepen op administratief gebied en op het terrein van de ordehandhaving en wetstoepassing
  • RIASOC-lettercode
    Similariteit van een P/O met elk van de typen uitgedrukt in een lettercode; de eerste letter is het type waarmee de grootste similariteit werd vastgesteld, tweede ..., ...
  • Persoon: Self-Directed Search (SDS; USA); Beroepskeuze ZelfOnderzoek (BZO; NL)
  • Omgeving: zelfbeoordeling (PCI/FPT), incumbent method; expert method; combinaties van voorgaande
  • O*NET (www.onetonline.org) bevat gedetailleerde beroepsinformatie voor meer dan 900 jobtitels, inclusief RIASEC lettercode, gebaseerd op job analyse + expert methode
  • SIMON (www.vraaghetaansimon.be) is een Studie- en Interesse MONitor, met zelf-assessment van interessen (> SDS) en matching van opleidingen, gebaseerd op incumbent + expert methode
  • RIASOC calculus assumpties en afgeleiden

    • Beschrijvingen zijn prototypisch
    • P en O gelijken (in meer of mindere mate) op verschillende typen
    • RIASOC-typen niet los naast elkaar; variërende graad van verwantschap
    • Onderlinge verhouding: hexagonaal model
    • RIASEC (UK) of RIASOC (NL) - calculus: aan elkaar grenzende typen, alternerende typen, oppositionele typen
    • Empirisch te berekenen (vb. correlaties)
  • Consistentie van de lettercode verwijst naar de ordening van de letters in de code (P/O), waarbij de klemtoon vooral ligt op de eerste twee letters in de code
  • Consistentie in de persoonscode zegt iets over de stabiliteit van het profiel